Formuleren: verbanden tussen zinnen aanbrengen

Lezen
timer
10:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Waar? 
Bladzijde 152-153

Welke opdracht?
Huiswerk: opdracht 1 
Nu: samen opdracht 2





Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 

  1. Formuleren: verbanden tussen zinnen aanbrengen
  2. Zelf aan de slag

Slide 3 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Opdrachten NN maken
Waar? 
Bladzijde 183

Welke opdracht?
Opdracht 3





timer
10:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
  • 1 In Nederland moet je 16 jaar of ouder zijn om een tatoeage te laten zetten.
  • 2 Veel ouders vinden dat de leeftijdsgrens verhoogd moet worden, want pubers kunnen niet overzien wat de gevolgen zijn van het laten zetten van een tatoeage. Of: Veel ouders vinden dat de leeftijdsgrens verhoogd moet worden, want pubers kunnen de gevolgen van het laten zetten van een tatoeage niet overzien.
  • 3 Pubers hebben een denkwijze die soms niet zo verstandig is, die uitdaging zoekt en die op de korte termijn gericht is. Dit maakt hen ongeschikt voor het nemen van belangrijke beslissingen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
  • (1) Hoewel de kunstwerken van de Amerikaanse kunstenaar Steve Casino nog kleiner zijn dan een vinger, zijn ze niet goedkoop. (2) Casino verdiende vroeger als speelgoedontwerper de kost. Tegenwoordig maakt hij kunst van pinda’s. (3) Met een kunstwerk van een enkele doppinda is Casino 20 uur bezig. (4) De kunstenaar maakte al beeldjes van beroemdheden als Donald Trump, Michael Jordan en Vincent van Gogh en kan ook door particulieren worden ingeschakeld om een volstrekt uniek beeld van hen te laten maken. (5) Omdat Casino een hele dag bezig kan zijn met het maken van zo’n volstrekt uniek beeldje uit een pinda, moet de opdrachtgever wel diep in de buidel tasten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4
  • 1 (1) Er is te weinig variatie in woordgebruik. (2) Er is te weinig variatie in zinsopbouw: veel zinnen hebben de volgorde OPA en er zijn alleen enkelvoudige zinnen gebruikt.
  • 2 Je kunt synoniemen en verwijswoorden gebruiken, zinnen samenvoegen en woorden weglaten.
  • 3 bijvoorbeeld:
  • Lego is niet goedkoop. Een klein doosje kost al vijf euro en voor grote dozen betaal je soms wel 100 euro. De duurste set kost 4500 euro. Deze set bevat 5174 steentjes, waarmee je een Star Wars Spaceship kunt bouwen. Maar het kan nog gekker. Rond 1980 deelde Lego gouden blokjes uit aan zakenrelaties en trouwe werknemers. Voor een van die blokjes betaalde een Engelsman 19.000 euro!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over:
verbanden tussen zinnen?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ik kleedde me dik aan, omdat het zo koud was.

Signaalwoord =

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Het zonnetje scheen, maar het was nog steeds koud.
Signaalwoord =

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Eerst ging ik naar school en daarna ging ik naar de hockeytraining
Signaalwoord =

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Verbanden tussen zinnen
Zinnen in een tekst zijn met elkaar verbonden door middel van een verband. Een tekst wordt duidelijker als de schrijver de verbanden duidelijk aangeeft.
Verbanden zijn met elkaar verbonden door signaalwoorden.

Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt, omdat ik het te druk had met leren.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Verbanden tussen zinnen
Er zijn bepaalde signaalwoorden die altijd bij een bepaald verband horen - 
opsomming: ook, bovendien, en
tegenstelling: maar, echter
tijd: eerst, toen, eens, vroeger, nu
oorzaak-gevolg: daardoor, doordat, als gevolg van
reden: omdat, want, namelijk
toelichting: bijvoorbeeld, zoals
conclusie/samenvatting: dus, samengevat, daarom
voorwaarde: als( ..dan), indien, tenzij, wanneer

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoord?
Ik wil graag Netflix kijken, maar ik ben nog niet klaar met leren.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Verband?
Ik wil graag Netflix kijken, maar ik ben nog niet klaar met leren.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Signaalwoord?
Ik kijk graag spannende series, zoals The 100.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Verband?
Ik kijk graag spannende series, zoals The 100.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
Waar? 
Bladzijde 183-123

Welke opdracht?
Opdracht 1, 2 en 4

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Ja



timer
7:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Morgen repetitie grammatica 1-3

Welke vragen heb je nog?
Stel ze!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions