3.6 Weer en klimaat in Nederland

3.6 Weer en klimaat in Nederland
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

3.6 Weer en klimaat in Nederland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
--> Je weet dat er in Nederland kleine klimaatverschillen bestaan en in welke gebieden die merkbaar zijn
--> Je begrijpt wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect, op welke manier het versterkt broeikaseffect ontstaat en welke invloed dit heeft op het klimaat;
--> Je kunt met behulp van kaarten aantonen welke verschillen in weer en klimaat er in Nederland zijn
Planning

--> Over de toets
--> Herhalen vorige les
--> Uitleg
--> Zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie kan mij wat vertellen over de:
golfstroom

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De windrichtingen
Koel & nat
Zacht & nat
Kil & nat
Koud & sneeuw
Droog & heet
Droog & zeer koud
Warm & vochtig
Zacht & vochtig

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Link

This item has no instructions

Gemiddelde en extreme temperaturen
Klimaatverandering = de geleidelijke verandering van het klimaat

Hoe weet je dat? -->  Het KNMI meet het! 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Temperatuur 1,7 graden gestegen


Neerslag: dan droger dan weer een stortbui

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Het broeikaseffect
Broeikaseffect:
Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:
De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor er meer warmte blijft hangen op aarde. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen versterkt broeikaseffect
In Nederland: het wordt warmer, het gaat vaker hevig regenen en tegelijkertijd wordt het sommige maanden ook droger

Slide 10 - Slide

Leg de gevolgen uit en betrek de leerlingen bij de uitleg
Gevolgen versterkte broeikaseffect wereldwijd
  1. Hogere temperaturen
  2. Langere hittegolven, op meer plaatsen op de wereld
  3. Stijging zeespiegel => smelten van het ijs op de noord- en zuidpool
  4. Bosbranden
  5. Extreem weer

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Smog
Smog
Smoke + fog = Smog

Letterlijk vertaald: door rook en uitlaatgassen vervuilde mist.

Zie je vaak als het windstil is

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Smog

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

SMOG

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Smog oorzakensmog 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Smog
Steeds vaker is het langer
 droog met weinig wind
De luchtvervuiling hoopt 
zich op = smog

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Maak van paragraaf 3.5 de opdrachten 1 t/m 5

en van paragraaf 3.6 opdrachten 2, 3, 4 en 6
Klaar? Maak opdracht 7 of leer voor het proefwerk




Slide 19 - Slide

This item has no instructions