2HV Blok 3 Grammatica voorzetselvoorwerp 3 oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

3

Les en doelen

Deze les gaan we oefenen met zinsontleding met de onderdelen voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling.

Wat is het verschil en wanneer is het wat?

Wat is het verschil tussen een voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling?

Voorzetselvoorwerp

Begint met een voorzetsel dat een vaste combinatie is met het belangrijkste werkwoord in de zin.

Bijwoordelijke bepaling

Plaats of tijd

Het voorzetsel is makkelijk te vervangen door een ander voorzetsel.

Oefenen

Benoem bij de volgende zinnen het voorzetselvoorwerp als het in de zin staan.

Geen vzv? Vul dan 'geen' in.

In de Romeinse tijd moest het publiek over het lot van de verslagen gladiator beslissen.

In de Romeinse tijd | moest | 

het publiek | over het lot van de verslagen gladiator | beslissen.

De winkels zullen tijdens de koopavond in februari tot half 10 geopend zijn.

De winkels | zullen | tijdens de koopavond in februari | tot half 10 | geopend zijn.

De feestelijke huldiging liep uit op een vechtpartij tussen supporters en politie.

De feestelijke huldiging | liep uit | 

op een vechtpartij tussen supporters en politie.

Wegens een opkomende hoestbui moest de spreker zijn toespraak onderbreken.

Wegens een opkomende hoestbui | moest | de spreker | zijn toespraak | onderbreken.

De politie waarschuwt bezoekers van Amsterdam door middel van aanplakbiljetten voor zakkenrollers.

De politie | waarschuwt | bezoekers | door middel van aanplakbiljetten | voor zakkenrollers.

Huiswerk

Grammatica

Maken opdracht

7, 8 en 9 in eDition