Les 5 - Week tegen pesten

1 / 22
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

Als introductie op het onderwerp kan je met de klas de volgende video bekijken. Daarna zijn er een aantal vragen die je kan bespreken met de leerlingen. 
Roddelen
  • Positief
  • Negatief
  • 'Grijs' gebied: positief > negatief
Moeilijk te beoordelen of iets goed of fout is! 

Slide 3 - Slide

Werkwijze:
  • Leg uit dat met positief roddelen wordt bedoeld dat niemand er schade van ondervindt.
  • Leg uit dat met negatief roddelen wordt bedoeld dat één of meer personen er schade van ondervinden.
Roddelen
Roddelen heeft verschillende functies en effecten, zowel negatief als positief. Zo kan men roddelen met negatieve bedoelingen, zoals expres verhalen verspreiden over iemand. Daarentegen kan er ook geroddeld worden met positieve bedoelingen, zoals je hart luchten of iemand beter leren kennen.
Het is goed om te weten dat roddelen dus niet per se slecht is. Het is wel belangrijk daarbij bewust te zijn dat er bij roddelen ook een 'grijs’ gebied is, positief roddelen kan namelijk ook omslaan in negatief roddelen. Zo kan men gaan roddelen om verbinding te creëren (positieve bedoeling), maar
wel onwaarheden verspreiden (negatieve uitwerking).
Stellingenstrijd
Kies een vak (eens, twijfel of oneens)
Het gaat niet om goed of fout. 
Het gaat om het vormen van je mening en laten we die met elkaar delen! 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Stelling 1
(ONLINE) NEGATIEF RODDELEN IS ONSCHULDIG OM TE DOEN EN DOET NIEMAND KWAAD.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Stelling 2
HET VERSPREIDEN VAN (ONLINE)NEGATIEVE RODDELS IS EEN VORM VAN PESTEN EN MOET STRENG WORDEN AANGEPAKT

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stelling 3
HET IS GOED OM TE ZEGGEN DAT (ONLINE)NEGATIEF GEKLETS OVER EEN ANDER NIET OKE IS, ZELFS ALS HET LIJKT DAT HET GEEN KWAAD DOET.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Stelling 4
HET IS BELANGRIJK OM JONGEREN TE LEREN HOE ZE KUNNEN OMGAAN MET SOCIALE MEDIA, ZOALS SNAP, TIKTOK, YOUTUBE, ETC, OM HET NEGATIEVE ONLINE RODDELEN TE VERMINDEREN EN ERVOOR TE ZORGEN DAT ZE ONLINE LEUK OMGAAN MET ELKAAR

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Stelling 5
HET VERSPREIDEN VAN INFORMATIE DIE NIET WAAR IS OVER ANDEREN DOOR DIT ONLINE TE PLAATSEN IS ERGER, DAN DAT JE HET AAN IEMAND VERTELT, OMDAT VEEL JONGEREN DAAROP REAGEREN OF HET DOORSTUREN

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stelling 6
DOOR (ONLINE) RODDELEN VOELEN JONGEREN ZICH NAAR EN KRIJGEN VERVELENDE GEDACHTEN. WE MOETEN ALLEMAAL MEEHELPEN OM DIT TE STOPPEN.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stelling 7
NEGATIEF GEKLETS OP SOCIALE MEDIA OVER ANDEREN IS NET ZO ERG EN SCHADELIJK ALS RODDELEN IN HET ECHTE LEVEN

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stelling 8
ALS JE ERVOOR KIEST OM NIET MEE TE PRATEN (ONLINE) OVER EEN ANDER, KAN HET GEBEUREN DAT JE ZELF HET SLACHTOFFER WORD VAN GEKLETS.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Stelling 9
HET IS MAKKELIJKER OM SAMEN MET IEMAND ANDERS GEKLETS TE STOPPEN EN VOOR IEMAND OP TE KOMEN

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Stelling 10

HULP VRAGEN BIJ (ONLINE) RODDELEN MAG, DAT IS GEEN SNITCHEN OF KLIKKEN.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

Als introductie op het onderwerp kan je met de klas de volgende video bekijken. Daarna zijn er een aantal vragen die je kan bespreken met de leerlingen. 
Wat gebeurt er eigenlijk 
  1. Wat zie je gebeuren in de video?
  2. Hoe denk je dat Joris zich voelt als hij de berichten online leest?
  3. Waarom denk je dat Sarah wegliep?
  4. Waarom doen leerlingen mee met roddelen, zelfs als ze weten dat het iemand pijn kan doen?
  5. Is er een verschil tussen online roddelen en roddelen in de klas? Wat is hetzelfde en wat is anders?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Denk na over andere situaties
  1. Wat zou er gebeurd zijn als Sarah iets over de roddels over Joris had gezegd in de groepsapp?
  2. Wat zou er gebeurd zijn als iemand had ingegrepen toen het briefje werd doorgegeven? Hoe zou dat de situatie hebben veranderd?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat doe jij?
  1. Als je een roddel hoort of leest, denk je dan na voordat je het doorstuurt of erop reageert?
  2. Wat kun je doen als je ziet dat iemand anders wordt gepest of dat er over hen wordt geroddeld?
  3. Hoe kan roddelen de sfeer en de relaties in een groep veranderen?
  4. Waarom is het soms zo makkelijk om met de groep mee te doen, zelfs als je weet dat het niet goed is?
  5. Hoe kunnen we als groep ervoor zorgen dat we niet gaan roddelen of pesten?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: Denk ff na 
  • Draai om de beurt een situatiekaartje om. 
  • Degene die het kaartje heeft omgedraaid geeft als eerste antwoord op de vragen.
  • Probeer je te verplaatsen in de situatie en deze roddelaar.  
  • Daarna geeft de rest antwoord. 
  • Schrijf de antwoorden op een wisbordje.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De 5 vragen:
  1. Type roddelgedrag: Toon je positief of negatief roddelgedrag?
  2. Gedachten: Wat denk je als roddelaar?
  3. Gevoelens: Welke gevoel(ens) heb je als roddelaar?
  4. Gevolgen: Welke gevolgen heeft jouw roddelgedrag? Voor jezelf? Voor de ander waarover je praat? Voor de anderen in jouw groep?
  5. Advies: Welk advies zou je jezelf geven? Welk advies zouden de anderen je geven?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken 
  • Presenteer één van de kaarten aan de groep. Vertel wat jullie hebben ontdekt over het type roddelgedrag, gedachten, gevoelens en gevolgen. 
  • Wat is jullie advies? 
  • Zijn er nog aanvullende adviezen?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions