Argumenteren: argumentatieschema's

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom

Neem plaats, pak alvast je leesboek, 

boek en een pen

                                                                                  Nederlands vwo 4

Deze les

• Ik kan onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten
• Ik kan argumentatiestructuren analyseren
• Ik kan argumentatieschema's herkennen

Argumentatieschema's

Er zijn verschillende argumentatieschema’s. De argumentatie kan gebaseerd zijn op:

• oorzaak en gevolg;

• kenmerk of eigenschap;

• voor- en nadelen;

• voorbeelden;

• vergelijking;

• autoriteit.

oorzaak en gevolg

standpunt = gevolg

argument(en) = oorzaak

Ik denk dat jij een heel goede voetballer bent. Jij bent namelijk elke middag op het veld te vinden. 

 kenmerk of eigenschap

als alle onderdelen van een bepaalde groep een kenmerk hebben, heeft een onderdeel van die groep dat kenmerk ook (vaak niet expliciet genoemd). 

Hij zal wel een hekel hebben aan lezen, want hij heeft een NT-profiel (en leerlingen met een NT-profiel houden meer van wiskunde dan van lezen). 

voor- en nadelen

Je kan voor- én nadelen benoemen of een van de twee. 

Je kunt beter wat vaker een boek gaan lezen, want van lezen wordt je inlevingsvermogen vergroot.

Ik zou naar die lezing gaan, omdat je dan een handtekening kan bemachtigen.  

voorbeelden

Je benoemt een situatie waarin het standpunt toepasbaar is.

Door veel te oefenen kan je een profvoetballer worden. Kijk maar naar Frenkie de Jong.

Roken is slecht voor je. Mijn broer is er namelijk heel ziek van geworden. 

vergelijking

Je legt 2 gevallen naast elkaar  die een overeenkomst hebben. Als het in het ene geval is, dan zou het ook in het andere geval zo (moeten) zijn. 

Jij kan wel profvoetballer worden. Het is hem namelijk ook gelukt (en jullie trainen allebei evenveel).

autoriteit

Een deskundige of gezaghebbende bron bevestigt het standpunt.

Veel lezen zorgt voor een groter empathisch vermogen, aldus stichting Lezen.

Opdracht

• Maak P3 opdr. 1 en 2 vanaf blz. 75 in in twee- of drietallen
• Klaar? Kijk na en begin met opdracht 3
• Samen beginnen?

We doen opdracht 3 samen

Leespitch

Elke leerling vertelt in een of enkele minuten over een gelezen boek. Iedere leerling over een ander boek. Er komt een planning. 

Volgende week starten we. 

Leuk als je het boek mee kan nemen/laten zien op het bord. 

noteer geleerde termen

Huiswerk

• P3 opdracht 1 t/m 3 maken en nakijken
• Dagen van gras lezen

Toetsstof: H2 Argumenteren helemaal