Kapitel 1 - Lektion 5 (10 november)

Für heute
1. Herhaling: woordjes (Wörter)
2. Herhaling: werkwoorden (haben/sein)
3. Woorden - opschrijven
4. Blooket 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Für heute
1. Herhaling: woordjes (Wörter)
2. Herhaling: werkwoorden (haben/sein)
3. Woorden - opschrijven
4. Blooket 

Slide 1 - Slide

Herhaling: Wörter

Slide 2 - Slide

der Freund
A
de vriend
B
dansen
C
de rivier
D
de deelstaat

Slide 3 - Quiz

de broers en zussen
A
der Vater
B
die Schwester
C
die Geschwister
D
der Bruder

Slide 4 - Quiz

de kamer
A
das Zimmer
B
aardig
C
te laat
D
op tijd

Slide 5 - Quiz

müde
A
lui
B
spontaan
C
aardig
D
moe

Slide 6 - Quiz

zeigen
A
tekenen
B
laten zien
C
nu
D
moe

Slide 7 - Quiz

nett
A
moe
B
lui
C
aardig
D
spontaan

Slide 8 - Quiz

het enig kind
A
das Einzelkind
B
das Kind
C
der Opa
D
die Cousine

Slide 9 - Quiz

toll
A
geweldig
B
leuk
C
stom
D
netjes

Slide 10 - Quiz

Wie schreibt man "Ik ben 12 jaar oud"?

Slide 11 - Open question

Wie schreibt man "Ik heet Benny"?

Slide 12 - Open question

Herhaling: haben/sein
haben = hebben (bijv: Ik heb een zus.) 
Ich habe eine Schwester.

sein = zijn (bijv: Ik ben aardig)
Ich bin nett.

Slide 13 - Slide

Wat betekent "haben"?

Slide 14 - Open question

Wat betekent "sein"?

Slide 15 - Open question

Oefenen haben/sein
1. Van de docent krijg je een blad om haben/sein te oefenen. 
2. Maak de opdrachten. 
3. Klaar? Laat het werk aan de docent zien. 
4. Zelfstandig nakijken.

Hulp: Kijk op blz. 33 in je boek. 
timer
10:00000

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Hausaufgaben
- haben/sein Blad af
- haben/sein ken je uit je hoofd
- woorden Lektion 4 leren

Slide 19 - Slide