This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoe schrijf ik een werkstuk?
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je een werkstuk moet schrijven met behulp van een onderwerp, hoofd- en deelvragen, kern en conclusie.
Slide 2 - Slide
Vertel de leerlingen wat zij zullen leren in deze les.
Wat weet je al over het schrijven van een werkstuk?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Onderwerp
Het onderwerp is waar het werkstuk over gaat. Kies een onderwerp dat je interessant vindt.
Slide 4 - Slide
Vraag de leerlingen om een onderwerp te kiezen en eventueel te bespreken in groepjes.
Hoofdvraag
De hoofdvraag is de belangrijkste vraag die je wilt beantwoorden met het werkstuk. Formuleer een vraag die past bij het onderwerp.
Slide 5 - Slide
Vraag de leerlingen om een hoofdvraag te formuleren bij het gekozen onderwerp.
Deelvragen
De deelvragen helpen om de hoofdvraag te beantwoorden. Bedenk een aantal vragen die je kunt stellen om de hoofdvraag te beantwoorden.
Slide 6 - Slide
Vraag de leerlingen om een aantal deelvragen te bedenken bij de hoofdvraag.
Kern
In de kern van het werkstuk geef je antwoord op de hoofdvraag en de deelvragen. Gebruik verschillende bronnen om informatie te verzamelen.
Slide 7 - Slide
Leg uit hoe de leerlingen informatie kunnen verzamelen en welke bronnen zij kunnen gebruiken.
Inleiding
De inleiding van het werkstuk geeft een korte samenvatting van het onderwerp en de hoofdvraag.
Slide 8 - Slide
Leg uit hoe de leerlingen een goede inleiding kunnen schrijven.
Middenstuk
Het middenstuk van het werkstuk bevat de kern en de deelvragen. Gebruik alinea's om de informatie te ordenen.
Slide 9 - Slide
Leg uit hoe de leerlingen het middenstuk kunnen opbouwen en hoe zij informatie kunnen ordenen.
Conclusie
In de conclusie geef je antwoord op de hoofdvraag en vat je de belangrijkste informatie samen.
Slide 10 - Slide
Leg uit hoe de leerlingen een goede conclusie kunnen schrijven.
Bronnen
In het werkstuk vermeld je welke bronnen je hebt gebruikt. Gebruik een betrouwbare bronnenlijst.
Slide 11 - Slide
Leg uit hoe de leerlingen de bronnenlijst kunnen maken en welke informatie hierin moet staan.
Structuur
Een goed werkstuk heeft een duidelijke structuur. Gebruik kopjes en tussenkopjes om de tekst in te delen.
Slide 12 - Slide
Leg uit hoe de leerlingen de tekst kunnen structureren en welke kopjes en tussenkopjes zij kunnen gebruiken.
Presentatie
Een werkstuk kan ook gepresenteerd worden aan de klas. Gebruik bijvoorbeeld een PowerPoint presentatie om de belangrijkste informatie te laten zien.
Slide 13 - Slide
Bespreek met de leerlingen hoe zij hun werkstuk kunnen presenteren en welke informatie zij hierin kunnen opnemen.
Oefening
Maak een mindmap van het onderwerp en de hoofdvraag en deelvragen. Gebruik verschillende kleuren om de informatie te ordenen.
Slide 14 - Slide
Geef de leerlingen de opdracht om een mindmap te maken van hun gekozen onderwerp en de hoofd- en deelvragen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 15 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 16 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 17 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.