Het Egyptische Rijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

1.4 Het Egyptische Rijk

Lesprogramma

- Wat weten jullie al? 

- Uitleg leven in Egypte

- Oordelen als Farao in Egypte

- huiswerk

Leerdoel

Leerlingen moeten kunnen uitleggen wat de taken van de Farao waren en wat deze inhielden.  

Het Oude Egypte

De Nijl

1. Overstroming Nijl

2. Zaaien van gewassen

3. Oogsten van gewassen

De Farao

Als 'koning' de hoogste bestuurder van Egypte.

Opperbevelhebber: hoogste                                                              legerleider;

hogepriester: hoogste priester;

opperrechter: hoogste rechter;

Quiz: wat doet de Farao

Jullie krijgen zo een aantal situaties te zien. In elke situatie komt er een onderdaan naar de Farao met een probleem. 

Jullie moeten beslissen in welke rol de Farao dit probleem aangaat: 

Als Opperbevelhebber, als Hoogste Priester, als Hoogste bestuurder, of als Opperrechter

Een handelaar is het niet eens met de, in zijn ogen, hoge belastingen en vraagt om verlaging bij de Farao

1. Opperbevelhebber
2. Hoogste Priester
3. Hoogste bestuurder
4. Opperrechter

Een boerendorp heeft veel last van plunderaars en vraagt de Farao om hulp

1. Opperbevelhebber
2. Hoogste Priester
3. Hoogste bestuurder
4. Opperrechter

Een geestelijke uit Alexandrië vraagt om geld voor de bouw van een nieuwe tempel.

1. Opperbevelhebber
2. Hoogste Priester
3. Hoogste bestuurder
4. Opperrechter

Een hoge ambtenaar wordt door de bevolking beschuldigd van machtsmisbruik

1. Opperbevelhebber
2. Hoogste Priester
3. Hoogste bestuurder
4. Opperrechter

Egypte heeft veel last van droogte wat zorgt voor slechte oogst. De bevolking vraagt de Farao om hulp.

1. Opperbevelhebber
2. Hoogste Priester
3. Hoogste bestuurder
4. Opperrechter

Leerdoel

Leerlingen moeten kunnen uitleggen wat de taken van de Farao waren en wat deze inhielden.  

Farao

Als 'koning' de hoogste bestuurder van Egypte.

Opperbevelhebber = hoogste legerleider; beslist over inzet leger en voert oorlog

Hogepriester = hoogste priester; Staat in contact met de goden en geeft de wensen van de bevolking en de goden door aan elkaar.

Opperrechter = hoogste rechter; beslist over rechtsspraak, wetten en 

Huiswerk

Lezen en maken 1.4 A+B