Nadat de stad Naarden zich had overgegeven aan de Spanjaarden, beloofden de Spaanse troepen dat ze de bevolking met rust zouden laten. Dat deden ze niet...
De Spaanse bevelhebber Romero nodigde de inwoners uit in het stadhuis in gebruik. Er hadden zich daar ongeveer vijfhonderd mensen verzameld. Op dat moment sloegen de deuren open en verschenen Spaanse musketiers. Ze vuurden hun musketten op de dichte massa en sloegen de overgebleven mensen neer met het zwaard en degen.
Veel van hen waren de toren ingevlucht en luidden de klok. De Spanjaarden dreven er de spot mee en staken de kerktoren daarna in brand, de slachtoffers, dood en levend verteerden tot as. De Spanjaarden vermoordden binnen enkele minuten bijna alle inwoners.
Toen drongen de Spanjaarden de huizen binnen. Burgers werden neergeschoten, hun huizen geplunderd, bewoners werden gedwongen de buit naar het Spaanse kamp te brengen, nadien werden zij als "dank" gedood.