Werkwoordspelling oefenen 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Werkwoordspelling

(vinden) je het een probleem om die cito toets nog even uit te stellen?

1. Vind
2. Vindt
3. Vint

NOVA 4 vertrouwd erop dat meester Octave de cijfers goed (berekenen).

1. berekend
2. berekent
3. berekendt

Wie de nieuwe teamleider (worden) is nog onduidelijk.

1. word
2. wordt
3. wordt

Drie leerlingen (melden) zich vorige week bij de directie om daar vragen over te stellen.

1. melde
2. meldde
3. melden
4. meldden

Het nakijken van alle toetsen (kosten) meester Oc heel veel tijd.

1. koste
2. kostte
3. kosten
4. kostten

Gisteren (praten) Jimmy de problemen met hun docent uit.

1. prate
2. praten
3. praatte
4. praatten

Wij wisten niet dat we zo lang op de cito uitslagen moesten (wachten).

1. wachten
2. wachtten
3. wachte
4. wachtte

Dat het de leerlingen zo veel moeite zou (kosten), had ik niet verwacht.

1. kosten
2. kostten
3. kosden

“Wat dit (inhouden), kan ik jullie nu nog niet vertellen”, zei juf Gerritje.

1. inhoud
2. inhoudt
3. inhout

Je moet Amber een goed cijfer geven als je haar (geloven).

1. geloofd
2. gelooft
3. geloofdt

Je moet Bram wel helpen als je het (beloven) hebt.

1. belooft
2. beloofd
3. beloofdt

is "t kofschip x" duidelijk of een ramp?