Studieles plannen 3: een grote taak plannen

Welkom, B1

Ga rustig zitten

Leg je blauwe Tumult en een pen op tafel

Vandaag:

• Aan het einde van de les weet je hoe je een grote taak (zoals een toets of een werkstuk) moet plannen
• Start: stand van zaken
• Filmpje plannen
• Een grote taak plannen
• Wie is het?

Dilemma:

• Ik begin 1 middag van tevoren met het leren van een toets (zitten)
• Ik verdeel het leren van een toets over meerdere dagen (staan)

Dilemma:

• Ik verdeel het leren van een toets altijd in stukken, nooit in één keer achter elkaar (zitten)
• Als ik een toets moet leren, begin ik gewoon en zie ik wel waar ik eindig (staan)

Dilemma:

• Met een werkstuk ben ik wel een paar dagen bezig (zitten)
• Een werkstuk schrijf ik in een middag (staan)

Dilemma:

• Ik heb niet echt een plan als ik een toets leer (zitten)
• Ik maak vooraf een planning als ik een toets leer (staan)

Dilemma:

• Ik herhaal de leerstof voor een toets op verschillende manieren (zitten)
• Ik kom nooit toe aan het herhalen van de leerstof voor een toets (staan)

Een grote taak plannen:

• Toetsen moet je plannen! 
• Wát moet je precies doen? (oefenen, samenvatten etc.)
• Wanneer ga je dat doen?
• Leren = herhalen!

Jullie grote taken:

• Woensdag 2 oktober: SO aardrijkskunde (topo)
• Vrijdag 4 oktober: SO geschiedenis paragraaf 1.1 en 1.2
• Bedenk: wat moet je doen/kunnen voor deze toets?
• Bijvoorbeeld: begrippen kunnen uitleggen, regels kunnen toepassen etc.
• Bedenk: hoe kan ik dit aanpakken?

Deeltaakformulier invullen

• Vul voor beide SO's het deeltaakformulier in
• Zorg ervoor dat je de taken goed in deeltaken verdeelt, zoals: lezen, samenvatten, samenvatting lezen, overhoren, begrippen invoeren in wrts etc.
• Je mag op fluistertoon overleggen

Wat zijn jouw deeltaken?

• Wat voor soort deeltaken ga je doen?
• Hoe lang ben je per deeltaak bezig?
• Hoeveel dagen van tevoren begin je?

Wie is het?

Agenda invullen:

• Vul al je deeltaken in in je agenda
• Zorg dat je ook nevenactiviteiten in je agenda hebt staan (sport etc.)
• Gebruik een kleurensysteem (bijv. 1 voor toetsen, 1 voor leren, 1 voor maken, 1 voor vrije tijd)

Afsluiting:

• Leerde je al op de juiste manier?
• Wat ga je vanaf nu anders doen?
• Wat blijf je hetzelfde doen?