This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2: Wat voor consument ben jij?
Rekenopdrachten
Slide 1 - Slide
Vraag 1 a. 800 gram kaas kost €10,80. Bereken de prijs van 100 gram kaas.
A
€1,35
B
€1,08
C
€1,36
D
€1,10
Slide 2 - Quiz
Vraag 1.b: Een fles met 75 centiliter olijfolie kost €17,25. Bereken de prijs van 100 centiliter
A
€17,25
B
€23
C
€21
D
€19,50
Slide 3 - Quiz
Vraag 3: Timo koopt in de supermarkt een pakje kipfilet van 450 gram. De prijs per kilo (1000 gram) bedraagt €8. Bereken het bedrag dat Timo moet betalen.
A
€2,60
B
€3,00
C
€3,60
D
€3,20
Slide 4 - Quiz
Vraag 4: Bekijk de afbeelding en bereken de totaalprijs van dit product.
Slide 5 - Open question
Vraag 5: Volkswagen heeft een actie. De goedkoopste Golf waar je normaal €18.900 voor betaalt, kost nu €17.500. Bereken met hoeveel % de Golf is afgeprijsd.
Slide 6 - Open question
Vraag 6: Alicia en Tim hebben op een website een mooie eetkamertafel gezien die €550 kost. In de winkel blijkt de tafel in de uitverkoop €299 te kosten. Bereken hoeveel % de tafel goedkoper is geworden.
Slide 7 - Open question
Vraag 7: Josephine gaat regelmatig naar de bioscoop. Een kaartje koste altijd €15, maar de prijs is verhoogd naar €16,75. Bereken met hoeveel % de prijs van bioscoopkaartjes is gestegen
Slide 8 - Open question
Vraag 8a: Bij Siena Tours kost een week all-in €549. Sole reizen is de reis €520. Hoeveel % is Sole goedkoper dan Siena?
Slide 9 - Open question
Vraag 8b. Bij Siena Tours kost een week all-in €549. Sole reizen is de reis €520. Hoeveel % is Siena duurder is dan Sole?
Slide 10 - Open question
Vraag 9a: Astrid reed vorig jaar 5250 km. Haar scooter rijdt 35 km op 1 liter. Vorig jaar betaalde Astrid €1,80 per liter. Bereken de benzinekosten die Astrid vorig jaar maakte.
Slide 11 - Open question
Vraag 9b. Dit jaar rijdt Astrid 6300 km. De benzine is 5% duurder geworden. Bereken Astrids benzinekosten over dit jaar.