Grammar repetition unit 6 B2hv

Grammar repetition unit 6 B2hv
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Grammar repetition unit 6 B2hv

Slide 1 - Slide

Explanation: word order adverbs
Pak een pen en schrift op tafel en schrijf mee! Als je dit onderdeel al makkelijk vindt, ga dan (verder) aan de slag met je huiswerk: opdracht 1 t/m 11

Slide 2 - Slide

Word order: position of adverbs
1. Adverbs of time and place

2. Adverbs of manner

3. Adverbs of frequency

Slide 3 - Slide

Adverbs of time and place
- Komen aan het einde van de zin
vb: I have to charge my e-bike battery tonight.

Bij plaats en tijd in de zin, komt plaats voor tijd.
vb: Dad ordered a solar car from Germany last week

Slide 4 - Slide

Adverbs of manner
Geven aan hoe iets gebeurt, zoals very/really/terribly:
- komen voor het woord waarvan ze iets zeggen, als dat woord een bijvoeglijk naamwoord (adjective) of bijwoord (adverb) is.
vb: I'm very angry with you. 
- Als het bijwoord iets zegt over een werkwoord komt het: aan het einde van de zin of voor het hoofdwerkwoord.
vb: Henry left the shop quietly
vb 2: We nervously waited for the train.




Slide 5 - Slide

Adverbs of frequency
Bijwoorden die aangeven hoe vaak iets voorkomt zoals always/never/usually/often komen:

- voor het hoofdwerkwoord:  I always walk to school. 

- na een vorm van to be: We are usually on time. 

Slide 6 - Slide

Past continuous vs. past simple

Slide 7 - Slide

Past continuous vs. past simple

Slide 8 - Slide

Past continuous vs. past simple
Je gebruikt de past continuous samen met de past simple om aan te geven dat er iets gebeurde (korte actie; past simple) terwijl er al iets aan de gang was (lange actie; past continuous).

 I was reading a book when the phone rang
I was washing my car when the accident happened

Slide 9 - Slide

Past simple vs. past continuous
I WAS WAITING (wait) for the bus when it STARTED (start) to rain. 


Slide 10 - Slide

Past simple vs. past continuous
While we WERE WALKING (walk) the dog, the neighbours WERE WASHING (wash) their car. 

Slide 11 - Slide

Explanation second conditional

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide