kan je in het Duits drie woordjes uit de Lektionen benoemen, doordat je opdrachten maakt.
Slide 6 - Slide
Selbständig arbeiten
Wat:Na klar online
4.1: Test jezelf + woordtrainer
4.2: Test jezelf + woordtrainer
4.3: Test jezelf + woordtrainer
Hulp:
Grammatica A: modale hulpwerkwoorden op bladzijde 12
Grammatica B: het voltooid deelwoord op bladzijde 18
woordjes op bladzijde 44/45
Hoe: De eerste 5 minuten niet praten en geen vragen, daarna fluisterend overleggen in je groepje en vragen.
Klaar: Schrijf het schema van haben en sein op bladzijde 143 over of schrijf de woordjes van Lektion 1, 2, 3 op bladzijde 44-45. NL-DU en DU-NL
timer
5:00
timer
15:00
Slide 7 - Slide
Levend Memory
Twee personen gaan even op de gang staan. Zij zijn samen twee teams. Ze bekijken de woordjes van Lektion 1, 2, 3 op bladzijde 50.
De rest krijgt van mij een nummer 1t/m 13. Je zoekt je partner op met hetzelfde nummer.
Jullie kiezen samen een woord op het bord. De ene kiest het Nederlandse woord en de ander de Duitse vertaling.
De twee teams komen terug in de klas. Ze staan voor in de klas en het eerste team noemt de naam van een klasgenoot. Deze persoon zegt zijn woord. Dan noemt het eerste team nog een naam en deze persoon zegt zijn woord.
Als twee personen matchen sluiten zij aan bij team 1 of 2.