BERH T2 BS2 Organen van planten QUIZ

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Thema 9 Planten

T2 BS2 Organen van planten QUIZ

Organismen

cel

Organenstelsel

orgaan

Organen van een plant

bloem

blad

wortel

stengel

Fotosynthese

Zonlicht

Koolstofdioxide

Glucose

Zuurstof

Water

Bouw van een blad. Sleep de juiste naam naar het onderdeel. 

Blad

Zijnerf

Bladmoes

Bladsteel

Hoofdnerf

Dit blad is vorige jaar in de herfst afgevallen. Schimmels, pissebedden en andere organismen hebben het bladmoes opgegeten. De nerven zijn bewaard gebleven.

Een bladskelet bestaat alleen uit nerven. De houtvaten in de nerven en de vezels eromheen hebben dikke wanden van houtstof.

Dragen nerven bij aan de stevigheid van een blad?

1. ja
2. nee

Planten verliezen het grootste deel van hun water via...

1. de wortels
2. de huidmondjes als ze open gaan
3. de huidmondjes als ze dicht gaan
4. de celwanden van de huidmondjes

Wat is de belangrijkste functie van bladeren van een plant?

1. de plant beschermen tegen zonlicht
2. stevigheid geven aan de plant
3. voedsel maken voor de plant via fotosynthese
4. water opnemen

Zijwortel

Hoofdwortel

Wortelharen

Worteltop

Hoe wordt water met opgeloste mineralen naar de bladeren vervoerd?

1. Via de vaatbundels in de wortels, de stengels en de nerven van de bladeren
2. Via de vaatbundels in de wortels en de nerven van de bladeren
3. Via de vaatbundels in de stengels en de nerven van de bladeren
4. Via de vaatbundels in de wortels en de stengels.

Wat is geen taak van de wortels?

1. Eten maken
2. Reservevoedsel opslaan
3. Water opnemen
4. Plant overeind houden

Met welk onderdeel van het blad regelt de plant de wisseling van gassen en de verdamping van water?

1. De wortels
2. De hele plant
3. De huidmondjes
4. Het blad

Het vatenstelsel vind je zowel in de stengels als in de wortels en de bladeren van een plant.

1. Juist
2. Onjuist

Stelling 1. In deze tekening zijn meerdere cellen te zien.

Stelling 2. In deze tekening is slechts één weefsel te zien.

1. Beide stellingen zijn juist.
2. Alleen stelling 1 is juist.
3. Alleen stelling 2 is juist.
4. Geen van beide stellingen is juist.

Wat zijn nerven?

a. Wat zijn vaten?
b. Welke functie hebben ze?

a. Wat zijn stoffen die een organisme niet meteen
nodig heeft en opslaat voor later gebruik?
b. Waar slaat een plant die stoffen op?

1. a. water b in de haarwortels
2. a. reservestoffen b. In de wortels
3. a. stikstof b. in het blad
4. antwoord A en C zijn beide goed

Vul in:
Een blad bestaat uit een 1 en een bladschijf.
In de bladschijf liggen 2 die het blad stevigheid verlenen. Al het materiaal dat tussen de nerven ligt, noem je het 3

1. 1 bladsteel 2 nerven 3 bladmoes
2. 1 nerven 2 bladsteel 3 bladmoes
3. 1 bladmoes 2 bladsteel 3 nerven
4. 1 bladsteel 2 bladmoes 3 nerven