BK2 1.4 Meten

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

BK2 1.4 Meten

Leerdoelen:

Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt

Je kunt het verschil uitleggen tussen digitale en analoge meetapparatuur. 

Je kunt vertellen wat een grootheid en wat een eenheid is.

Je kunt enkele meetapparaten aflezen

Je kunt eenheden naar elkaar omrekenen

wat is geen meetapparaat ?

1. maatcilinder
2. weegschaal
3. staaf
4. rolmaat

Wie weet wat een meetapparaat is? Kan je een voorbeeld geven?

Meetapparatuur

Bij natuurkunde en scheikunde moet je heel precies zijn.

Dit is nog best lastig want vaak moet je preciezer zijn dan je zingtuigen kunnen.

Wat zijn zintuigen ?

1. onderdelen van voertuigen
2. onderdelen van je lichaam waar je mee kunt waarnemen
3. delen van een zin
4. als je ergens geen zin in hebt

Meetapparatuur

Voor de dingen die onze zintuigen niet kunnen waarnemen hebben we hulpmiddelen: Meetapparaten!

Dit is gereedschap om dingen te meten.

Digitaal of analoog?

1. Digitaal
2. Analoog

Digitaal of analoog?

1. Digitaal
2. Analoog

Meetapparaten met een wijzer en/of een schaalverdeling noem je analoog

1. waar
2. niet waar

Analoog en Digitaal

Analoog en digitaal

Als we kijken naar meetinstrumenten zijn er 2 soorten, analoog en digitaal.  

De analoge meetinstrumenten hebben een zichtbare schaalverdeling, een digitale heeft gewoon cijfertjes op een scherm. 

Grootheid en eenheid

Wat klopt er niet aan de volgende zin:

"Dit veld is 100 lang"

Als je gezegd heb dat het een eenheid is, dan heb je het goed. In deze zin mist het woord "meter".

Dit is belangrijk omdat als we iets meten, een grootheid en een eenheid belangrijk zijn.

Grootheid en Eenheid

Als we kijken naar hoe lang iets is, zoals een voetbalveld.

Dan is de grootheid dat wat we meten, in dit geval de afstand.

Hoe we de grootheid afstand meten, dat is de eenheid. Dat is in dit geval meters. 

Wat is de grootheid

1. dichtheid
2. massa
3. volume
4. lengte/ afstand

Wat is hier een GROOTHEID?

1. meter
2. gram
3. lengte
4. Newton

Met een maatcilinder kan je een grootheid meten. Welke grootheid?

1. massa
2. lengte
3. temperatuur
4. volume

De eenheid is:

1. Massa
2. Kilogram

Wat is een EENHEID?

1. massa
2. kracht
3. lengte
4. meter

Welke eenheid is GEEN eenheid van tijd?

1. seconde
2. uur
3. jaar
4. stopwatch

Tijd meten

Als we de tijd gaan meten, dan kan dat op 2 manieren. Met een klok of een stopwatch. Met een klok kunnen we zien hoe laat het is aan de hand van de wijzers.

Met een stopwatch kan je de tijd meten hoe lang iets duurt.

1 minuut duurt ...... seconden.
Wat hoort er op de puntjes?

1. 1
2. 50
3. 60
4. 100

Hoeveel minuten is een half uur?

1. 0,5
2. 30
3. 50
4. 100

Lengte meten

Je kan meten hoe lang iets is, daar zijn heel veel verschillende meetapparatuur voor. 

Je moet wel het juiste apparaat kiezen. Gebruik het apparaat wat het beste past bij de lengte die je gaat meten

25 ml is ......

1. 0,025 L
2. 0,025 kg
3. 0,025 g
4. 0,025 cm

0,98 kg is ......

1. 0,980 L
2. 0,980 mL
3. 0,980 g
4. 0,980 cm

Hoe meet je lengte?

Het meten van een lijn doe je met een liniaal. Je legt de 0 van de liniaal bij het begin van de lijn. 

Met een liniaal meet je centimeters en millimeters. 

1 centimeter is 10 millimeter, dus 1 millimeter is 0,1 centimeter.

Je moet het ook naar kilometers kunnen

hoeveel meter is 1 kilometer?

1. 1
2. 10
3. 100
4. 1000

Afstand omrekenen

Massa en volume

Met een weegschaal kan je wegen hoe zwaar iets is. Dit is in gram (g) of kilogram (kg) en noemen we de massa.

Als we kijken naar het volume doen we dat in liters (L). Een blikje cola is 33 cL of 0,33 L. Het volume is het zelfde als de inhoud

Wat is de lengte van de lijn?

1. 1 mm
2. 10 mm
3. 4 mm
4. 40 mm

Wat is de lengte van de lijn?

1. 2 cm
2. 2 mm
3. 2,2 cm
4. 2,2 mm

3,4 cm is het zelfde als...

1. 3,4 mm
2. 3,4 m
3. 34 km
4. 34 mm

Leerdoelen:

Je kan van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt

Je ka het verschil uitleggen tussen digitale en analoge meetapparatuur.

Je kan beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.

Je kan enkele meetapparaten aflezen.

Je kan bepaalde eenheden naar elkaar omrekenen.

Pak je wisbordje en geeft het getal van het aantal leerdoelen dat je snapt

Aan de slag

Ga naar magister, leermiddelen, Nova nask

Maak de diagnostische toets van hoofdstuk 1