3.4 Samengestelde eenheden omrekenen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Samengestelde eenheden omrekenen

Wat gaan we doen vandaag?

 

Nieuwe theorie 

Oefenopgave 

Zelfstandig werken aan opdrachten. 

Wat zijn de leerdoelen?

Je leert samengestelde eenheden omrekenen 

Tip! Vind je dit lastig of wil je meer oefenen, 

kijk dan naar basisvaardigheden 20 tot en met 22

Wat is een samengestelde eenheid?

Een samengestelde eenheid is een eenheid die uit meer dan één eenheid bestaat. 

Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld snelheid

km/h (kilometer per uur) 

of m/s (meter per seconde)

Omrekenen m/s naar km/h

Hoe deden we dit eerst:                                  

Maar waar komt de 3,6 vandaan? 

Opdracht 1 

Audrey heeft de loopband ingesteld op 12 km/h 

Hoeveel m/s is dat? 

12 : 3,6 = 3,3 m/s

Nu met verhoudingen

Opdracht 1 

Audrey heeft de loopband ingesteld op 12 km/h 

Hoeveel m/s is dat? --> 3,3 m/s

12 km	12 km
1 uur	60 min

Opdracht 1 

Audrey heeft de loopband ingesteld op 12 km/h 

Hoeveel m/s is dat? --> 3,3 m/s

12 km	12 km	12 000 m
1 uur	3600 sec	3600 sec

Opdracht 1 

Audrey heeft de loopband ingesteld op 12 km/h 

Hoeveel m/s is dat? --> 3,3 m/s

12 km	12 km	12 000 m	12 000:3600 = 3,3m
1 uur	3600 sec	3600 sec	1 sec

:3600

Samengestelde eenheden omrekenen 

Als je gaat rekenen met samengestelde eenheden is het dus belangrijk dat je op het volgende let:

1. Maak een tabel (voor een overzicht)
2. Reken stap voor stap naar je gewenste eenheden
3. Let op of je een berekening uitvoert of een omrekening. 

(bij een omrekening veranderd het andere getal NIET mee.)

Voor het einde van de les

Maak opdracht 10 en 14

Zweden 1 euro = 11 kronen

India 1 roepie is 0,014 euro

Opgave 10a

Het kopiëren gaat met een snelheid van 20 MB/s

Hoeveel (minuten en) seconden duurt het om 9,5 GB te kopiëren?

20 MB	0,02 GB
1 s	1 s

Wat is jouw antwoord op opgave 10a?

Opgave 10a

Het kopiëren gaat met een snelheid van 20 MB/s

Hoeveel (minuten en) seconden duurt het om 9,5 GB te kopiëren?

                                       ? = 9,5x1 :0,02

20 MB	0,02 GB	9,5 GB
1 s	1 s	?

Opgave 10a

Het kopiëren gaat met een snelheid van 20 MB/s

Hoeveel (minuten en) seconden duurt het om 9,5 GB te kopiëren?

                                                                  475 s : 60 = 7, 91667 minuten

                                                                  7 minuten en 55 seconden

20 MB	0,02 GB	9,5 GB
1 s	1 s	475 s

Nog even uitleggen hoe je aan 55 sec komt: 

Of 0,9166667 x 60 = 55

of 475 -(7x60) = 475 -420 = 55

Opgave 10b

Het kopiëren gaat met een snelheid van 20 MB/s

Hoeveel TB is gekopieerd in 3 uur, 15 minuten en 50 seconden?

Hoeveel seconde is dat?

Wat is jouw antwoord op opgave 10b?

Opgave 10b

Het kopiëren gaat met een snelheid van 20 MB/s

Hoeveel TB is gekopieerd in 3 uur, 15 minuten en 50 seconden?

3 uur = 3x60x60 =10800 seconden

15 minuten = 15x60 = 900 seconden

Totaal: 10800 + 900 + 55 = 11755 seconden 

Opgave 10b

Het kopiëren gaat met een snelheid van 20 MB/s

Hoeveel TB is gekopieerd in 3 uur, 15 minuten en 50 seconden?

Totaal: 11755 seconden 

20 MB	235 100 MB
1 s	11755 s

Opgave 10b

Het kopiëren gaat met een snelheid van 20 MB/s

Hoeveel TB is gekopieerd in 3 uur, 15 minuten en 50 seconden?

Totaal: 235 100 MB 

= 235,1 GB

= 0,235 TB

(Rond af op 3 decimalen volgens licentie)

Opgave 14

Zwembad: 50m x 25m x 20 dm

Stroomsnelheid Maas: 230 kuub/s

Hoeveel zwembaden zijn er te vullen in een minuut?

230 kuub	60x230 = 13 800 kuub
1 sec	60 sec

Wat is jouw antwoord op opgave 14?

Opgave 14

Zwembad: 50m x 25m x 20 dm

Hoeveel zwembaden zijn er te vullen in een minuut?

Totaal in 1 minuut: 13 800 kuub

Inhoud: zwembad; 50m x 25m x 2m = 2500 kuub 

Opgave 14

Zwembad: 50m x 25m x 20 dm

Hoeveel zwembaden zijn er te vullen in een minuut?

Totaal water in 1 minuut: 13 800 kuub

Inhoud: zwembad; 50m x 25m x 2m = 2500 kuub 

13800:2500 = 5,5 wedstrijdzwembaden 

(rond af op 1 decimaal volgens licentie)

Voor volgende les

Maken: 

Alle opdrachten 3.4 Samengestelde eenheden omrekenen

Theorie volgende les: Verhoudingen, breuken en percentages