Vorige les: verbanden in zinnen
Twee opdrachtjes (totaal 5 min.):
1. Maak een tekstje van drie zinnen, waarin een tegenstellend verband zit. Gebruik de juiste signaalwoorden.
2. Maak een tekstje van drie zinnen, waarin een opsommende verband zit. Gebruik de juiste signaalwoorden.
Weet je het niet precies meer? Je mag je boek (blz. 232) gebruiken!