Les meetbrief

Verslag

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verslag

Slide 1 - Slide

Verslag maken
Titel
Onderzoeksvraag
werkplan
Onderzoeksresultaten
Conclusie

alles op 1 a4

Slide 2 - Slide

Titel verslag?

Slide 3 - Mind map

Titel (pagina)
Niet: "Natuurkunde verslag"
Niet: "Stroomproef"
Wel: "Het verband tussen de stroom door een lampje en de spanning".
Niet: "Zwaartekrachtsversnelling"
Wel: "Zwaartekrachtversnelling bepaald aan de hand van de valtijd".

De titel mag ook in vragende vorm ("Wat is de brekingsindex van olijfolie?")

Slide 4 - Slide

hypothese?

Slide 5 - Mind map

Onderzoeksvraag
Elk verslag begint met een vraag. 
Hier schrijf je alles op wat iemand moet weten om je experiment te kunnen snappen.
Niet dat een kleuter het snapt, maar ook geen professor theoretische fysica. 
Qua niveau richten op een medeleerling die het experiment niet heeft meegemaakt. 
Bij de uitleg horen o.a. formules en theorie. 
Belangrijk is de vraag die je met het experiment hoopt te beantwoorden en je hypothese. De hypothese is de verwachting die je vooraf had toen je aan je experiment begon. 
Als je met je experiment bv de zwaartekrachtversnelling (g) bepaald hebt is je hypothese dus dat je op 9,81 m/s2 zult uitkomen.

Slide 6 - Slide

Werkplan
Elk verslag begint met een vraag. 
Hier schrijf je alles op wat iemand moet weten om je experiment te kunnen snappen.
Niet dat een kleuter het snapt, maar ook geen professor theoretische fysica. 
Qua niveau richten op een medeleerling die het experiment niet heeft meegemaakt. 
Bij de uitleg horen o.a. formules en theorie. 
Belangrijk is de vraag die je met het experiment hoopt te beantwoorden en je hypothese. De hypothese is de verwachting die je vooraf had toen je aan je experiment begon. 
Als je met je experiment bv de zwaartekrachtversnelling (g) bepaald hebt is je hypothese dus dat je op 9,81 m/s2 zult uitkomen.

Slide 7 - Slide

Onderzoeksresultaten
Hier schrijf je je meetresultaten en je waarnemingen op. 
Denk aan de eenheid. 
Ook waarnemingen ("We zagen dat het lampje langzaam uitging") schrijf je hier op. 
Als je meerdere meetwaarden hebt is het beter om dit in een tabel of grafiek te zetten. Grafieken kun je maken met het programma Excel. 
Meestal bevat het hoofdstukje resultaten weinig tekst. Uitleg doe je namelijk in andere hoofdstukken.

Slide 8 - Slide

Conclusies & discussie
Het laatste hoofdstuk van je verslag. 
Hier schrijf je op wat je van de resultaten vindt. Klopt het met je hypothese of juist niet? 
Is de vraag die je in de inleiding stelde beantwoord? Zo nee, waarom niet. 
Heeft het te maken met de nauwkeurigheid van je resultaten? 

Hoe zou dit beter kunnen? 
Als je de vraag niet kon beantwoorden. Wat zou dan een goed vervolgexperiment zijn?

Slide 9 - Slide

Hoe ziet je verslag er uit.
Gebruik A4 papier.
Zorg voor normale marges.
Gebruik een juist lettertype Arial 11 pt.
Zet een vet kopje boven elke paragraaf met daarna een witregel.
Zorg voor nette tekeningen tabellen en grafieken.
Zet bij tabellen en grafieken een nummer zodat je er naar kunt verwijzen.
Laat je verslag door iemand nalezen.

Zie:
vaardigheid   1 – Onderzoek doen
vaardigheid 10 – Een verslag schrijven.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video