Trede 6, les 9, fictie, wat vind jij?

Welkom, pak alvast je leesboek erbij
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom, pak alvast je leesboek erbij

Slide 1 - Slide

Daltontijd: stillezen 
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Waar denk je aan bij het woord poëzie?

Slide 7 - Mind map

Kenmerken van poëzie
  • De regels zijn niet volgeschreven; op de bladzijde is dus veel wit.
  • Soms rijmen gedichten, soms ook niet.
  • Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer.
  • Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten.
  • In een gedicht wordt de taal soms anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Opdracht 1
Lees het gedicht
VOOR DE KLAS
 
Ik wou dat ik een slak was
dan kroop ik in mijn huisje weg

een wandelende tak was
onzichtbaar in een kale heg

ik wou dat ik behang was
bij het plafond daar bovenaan

maar liever nog niet-bang-was
om dadelijk voor de klas te staan

Bas Rompa

Slide 10 - Slide

Welke kenmerken heb je in het gedicht herkend?
A
Het gedicht vertelt een verhaal.
B
Het gedicht gaat over gevoelens en gedachten.
C
In het gedicht zit rijm.
D
In het gedicht zit geen rijm.

Slide 11 - Quiz

Strofen
Teksten zijn verdeeld in alinea's, dat zijn stukken tekst die bij elkaar horen. Gedichten zijn vaak ook verdeeld in stukken. Deze stukken tekst noem je strofen. Tussen elke strofe zit een witregel.

Slide 12 - Slide

Opdracht 2
Lees het gedicht.

Slide 13 - Slide

Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
A
Eén
B
Twee
C
Drie
D
Vier

Slide 14 - Quiz

Rijm
  • In sommige gedichten zit rijm. Je spreekt van rijm als de klanken in de delen van woorden (lettergrepen) hetzelfde zijn.  

  • Bijvoorbeeld: school en rodekool of gedichten en zwaailichten.

Slide 15 - Slide

Eindrijm

Rijm kan op allerlei manieren voorkomen. Als de woorden aan het einde van een regel rijmen, noem je dat eindrijm

Zie  het voorbeeld van Toon Hermans hiernaast.

Hommelrijm

Laatst vroeg ik aan een hommel:
'Waar gaat gij heen met spoed?'
Ze zei: 'Ik ga naar Zaltbommel,' 
ik dacht: wat rijmt dat goed.

toen riep een tweede hommel:
'En ik moet naar het Gooi!'
Ik dacht: wel-voor-de-drommel
ook dát rijmt wederom mooi.


Slide 16 - Slide

Bijna geen rijm

Er zijn ook gedichten waar bijna geen rijm in zit.

Zie het voorbeeld van Judith Herzberg hiernaast.
De zee

De zee kun je horen
Met je handen voor je oren
In een kokkel,
In een mosterdpotje
Of aan zee.

Slide 17 - Slide

Rijmloos

Gedichten die helemaal geen rijmende woorden hebben, noemen we rijmloos.

Zie het voorbeeld van Hans Andreus hiernaast.
     Zo mooi anders
Je bent zo
mooi 
anders
dan ik,

natuurlijk
niet meer of
minder
maar

zo mooi
anders,

ik zou je
nooit

anders dan
anders willen.

Slide 18 - Slide

Je mening verwoorden

- Welk gedicht spreekt je het meest aan en waarom?

- Welk gedicht vind je het minst mooi en waarom?

Gebruik beoordelingswoorden en argumenten. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide