THEO les 1B: Celdeling

Theorie Gezichtsbehandeling
Les 1B Celleer en celdeling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Theorie Gezichtsbehandeling
Les 1B Celleer en celdeling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Herhalen

Nieuw onderwerp:
  • Celdeling 

Evaluatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelstelling
  1. Je kunt het verschil tussen directe en indirecte celdeling uitleggen.
  2. Je kunt benoemen welke twee vormen van indirecte celdeling er zijn: mitose en meiose.
  3. Je kunt het proces van meiose beschrijven en een voorbeeld geven van hoe meiose plaatsvindt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Les 1B: Celdeling 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Lees de tekst "celdeling" in het moduleboek blz. 5 en 6

Onderstreep belangrijke begrippen.

Slide 5 - Slide

Nadat de studenten de opdracht hebben gedaan kun je onderstaande vragen stellen:
- Waarom is deze tekst belangrijk voor de opleiding?
- Welke boodschap haal je uit de tekst
- Waarom delen cellen zich?
- Wat wordt er nu bedoelt met eencellige en meercellige organisme?
Antw: 
Eencellige organismen bestaan ​​uit slechts één cel die alle functies uitvoert die het organisme nodig heeft, terwijl meercellige organismen veel verschillende cellen gebruiken om te functioneren 
Celdeling
Directe celdeling:
  • Alleen mogelijk bij eencellige-organismen.
  • Zowel cellichaam als celkern delen zich tegelijkertijd.

Indirecte celdeling: 
  • Bij meercellige-organismen zoals de mens.
  • Eerst deling celkern daarna pas cellichaam.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Indirecte celdeling te verdelen in:
Mitose: 
  • Gewone celdeling in lichaamscellen zoals bot-, huid- en bloedcellen e.d. 
  • Na de celdeling is er een exacte kopie ontstaan met hetzelfde DNA als de moedercel. 
  • Eerst verdubbeling van chromosomen 46 naar 92. Na celdeling weer 46.

Meiose = reductiedeling: 
  • Vindt plaats bij rijpe geslachtscellen, eicel en zaadcel. 
  • Tijdens dit proces halveren de chromosomen zich. 23 chromosomen in de eicel en 23     chromosomen in de zaadcel. 
  • Samen 46 chromosomen bij een bevruchting.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bepaling van het geslacht
De rijpe eicel en rijpe zaadcel bevatten elk 23 chromosomen, samen 46.

Rijpe eicel:

  • 22 chromosomen +  een X - chromosoom

Rijpe zaadcel:
  • 22 chromosomen + een X - chromosoom of Y - chromosoom

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aantal chromosomen bij mensen
  • 46 chromosomen bij een cel die NIET aan het delen is.

  • 92 chromosomen bij een cel  die WEL aan het delen is.

  • 23 chromosomen bij een geslachtscel die rijp is (zaadcel, eicel).

  • 46 chromosomen bij een BEVRUCHTE eicel.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Vochtverdeling in het lichaam
Het lichaam bevat ongeveer 60 a 70% vocht.

Ongeveer:
  • 40% in de cellen = intracellulair
  • 15% in de weefsels = tussen de cellen = extracellulair
  • 5% in de bloedbaan
  • En wat vocht in de hersenholten, maag en ogen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Wist je dat?
Een zenuwcel kan zich niet delen!
Als deze beschadigd raakt, kun je bijvoorbeeld daar niet meer voelen of bewegen. Bijvoorbeeld met een dwarslaesie.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak opdracht "celdeling"  
+
Nabespreken

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke celdeling vindt plaats in het menselijk lichaam?
A
Directe celdeling
B
Indirecte celdeling

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel chromosomen zitten er in een cel die is ontstaan door mitose?
A
23
B
46
C
92

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke celdeling vindt plaats bij geslachtscellen?
A
Directe celdeling
B
Meiose
C
Mitose

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waar in het lichaam zit het meeste vocht?
A
In de bloedbaan
B
In de cellen
C
Tussen de cellen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Forms opdracht

Maak de oefentoets Celleer 
in Forms

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Einde 
Volgende les het onderwerp "weefsels"; 
epitheelweefsel

Slide 20 - Slide

This item has no instructions