Buts des semaines 21 et 22
21:
ik herken de passé composé in een zin (T1)
ik kan een regelmatig werkwoord op -er in de passé composé zetten
Ik kan 3 onregelmatige werkwoorden in de passé composé zetten
Extra: ik weet wanneer het voltooid deelwoord een extra e of een (e)s krijgt
22:
Ik ken woorden en zinnen om over de vakantie te praten (R, blok D)
ik kan beschrijven wat ik in de vakantie heb gedaan (T1, blok D)
ik kan de belangrijkste informatie uit een filmpje halen dat over vakantie gaat (T1, blok E)
ik herken de passé composé in een zin (T1)
ik kan een regelmatig werkwoord op -er in de passé composé zetten
Ik kan 3 onregelmatige werkwoorden in de passé composé zetten
Extra: ik weet wanneer het voltooid deelwoord een extra e of een (e)s krijgt
22:
Ik ken woorden en zinnen om over de vakantie te praten (R, blok D)
ik kan beschrijven wat ik in de vakantie heb gedaan (T1, blok D)
ik kan de belangrijkste informatie uit een filmpje halen dat over vakantie gaat (T1, blok E)