Hoofdstuk 5 Wat levert het op?

Huiswerk gemaakt?
😒🙁😐🙂😃
1 / 44
next
Slide 1: Poll
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Huiswerk gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Hoe gaat het vandaag?
A
😴
B
☹️
C
🤡
D
🙂

Slide 2 - Quiz

Agenda 17-2-2021
  • filmpje over de 4p's marketing
  • Paragraaf 5,1 verder behandelen
  •  (quizvragen maken)
  • Opdrachten maken

Slide 3 - Slide

5.1 Koop jij op de markt?
Leerdoelen:
Je weet wat marketing is. 
Je weet wat een weekmarkt is.
Je weet wat aanbod is.
Je kunt markten noemen die je niet kunt bezoeken

Slide 4 - Slide

Terugblik: Wat is volgens jou marketing

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Wat is marketing

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Wat is een doelgroep
A
een groep met een gezamenlijke doel
B
een voetbalteam
C
een groep die geïnteresseerd is in het product

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Wat is een andere woord voor de 4 p's?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Welke van de 4 p's zie je hier?

Slide 13 - Open question

Welke 4 p's zie je hier

Slide 14 - Open question

5.1 Koop jij op de markt?
Leerdoelen:
Je weet wat marketing is. 
Je weet wat een weekmarkt is.
Je weet wat aanbod is.
Je kunt markten noemen die je niet kunt bezoeken

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Maak nu opgave 2,4,5
Er zijn plaatsen waar handelaren hun goederen te koop aanbieden. Consumenten komen daar om iets te kopen. Zo’n markt is bijvoorbeeld de weekmarkt die je in veel plaatsen hebt.
Een ander soort markt is de woningmarkt. Dat is het totaal van alle woningen die te koop staan en alle mensen die op zoek zijn naar een woning.

Slide 17 - Slide

Antwoorden opgave 1 t/m 5

Slide 18 - Slide

Opgave 1
C

Slide 19 - Slide

Opgave 2
Bijvoorbeeld: reclame in apps op mijn telefoon
Reclame in bushokjes

Slide 20 - Slide

Opgave 3a en b
a: De supermarkt hoopt dat jij het nieuwe product lekker vindt en dan ook koopt.
b: eigen antwoord

Slide 21 - Slide

Opgave 4
Van links naar rechts: 3-1-2

Slide 22 - Slide

Opgave 5
1- Reclame maken in een lokaal krantje.
2- Folders rond laten brengen.
3- Korting geven

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Maak nu opgave 6 t/m 8
Lees eerst de uitleg in je werkboek op blz 9.

Slide 25 - Slide

Antwoorden opgaven 6 t/m 8

Slide 26 - Slide

Opgave 6
Maarkt is de plaats waar iets verkocht en gekocht wordt.

Slide 27 - Slide

Opgave 7
A - D

Slide 28 - Slide

Opgave 8a en b
a: Er wordt iets gekocht en verkocht.
b: Je kunt naar een weekmarkt toe gaan.
Op www.marktplaats.nl vind je veel tweedehands producten.

Slide 29 - Slide

Vraag en aanbod
Vraag en aanbod bepalen de hoogte van de prijs.
Is er veel aanbod en weinig vraag dan daalt de prijs.
Is er weinig aanbod en veel vraag dan stijgt de prijs.

Slide 30 - Slide

Maak nu opgaven 9 t/m 14

Slide 31 - Slide

Antwoorden opgaven 9 t/m 14

Slide 32 - Slide

Opgave 9a en b
a: Aanbod is alles wat te koop wordt aangeboden.
b: Verschillende soorten kaas.

Slide 33 - Slide

Opgave 10 a, b en c
a: wel
b: geen
c: wel

Slide 34 - Slide

Opgave 11 a, b, c en d
a: damesjasjes
b: haargel
c: broodje gezond
d: kookwekker

Slide 35 - Slide

Opgave 12 a en b
a: vraag
b: aanbod

Slide 36 - Slide

Opgave 13a en b
a: uit eten
b: Ondernemers kunnen nu meer rekening houden met de wensen van vakantiegangers.

Slide 37 - Slide

Opgave 14
Aanbod - Alles wat te koop wordt aangeboden.
Markt - Een plaats waar iets verkocht en gekocht wordt.
Marketing - Alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen.
Vraag - Alles wat mensen willen kopen.

Slide 38 - Slide

Voor kaderleerlingen
Markten die je niet bezoekt.

Slide 39 - Slide

Maak opgave 15 t/m 17

Slide 40 - Slide

Antwoorden opgave 15 t/m 17

Slide 41 - Slide

Opgave 15
woningmarkt - aanbod - vraag

Slide 42 - Slide

Opgave 16
Arbeidsmarkt - Jorine zoekt een nieuwe baan.
Financiele markt - Alex koopt aandelen Philips.
Oliemarkt - Aram takt zijn scooter vol.

Slide 43 - Slide

Opgave 17a en b
a: Flat
b: 1% van 248.500= 1:100x248.500 = 2.485 vrijstaande woningen.

Slide 44 - Slide