Spelling blok 3 opdr 4-5-6-7 (rvl)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Spelling

BLOK 3 meervoud van zelfstandige naamwoorden

nakijken opdracht 2

1 Word jij na het feest door iemand opgehaald? 

2 Hoeveel kilometer rijdt je vader per jaar met de auto?

3 Waarom vind jij Spanje zo’n leuk vakantieland?

4 Raad jij eens wie er vanavond op bezoek komt.

5 Wordt je broer dit jaar kampioen, denk je?

6 Als je vaak lacht, word je minder snel ziek.

nakijken opdracht 3.1

 mango’s ananassen

 stokbroden bananen

 pizza’s wc-rollen

 druiven contactlenzen

 rijst panty’s

nakijken opdracht 3.2

 a bij stokbrood, banaan

 b bij ananas, wc-rol

 c bij druif, contactlens

 d bij mango, pizza, panty

 e bij rijst

regels spelling meervoud

• Meestal -en of -s achter het woord
• Soms  haal je een klinker weg
• Soms voeg je een medeklinker toe
• Klopt de uitspraak niet, doe je -'s
• f wordt v, s wordt z
• Als een woord eindigt op -ee,  komt er -ën achter
• of je hebt een gek meervoud

vaak komt er - en of -s achter

bord – borden
tafel – tafels
actie – acties

Als een znw eindigt op  - ee dan schrijf je er -ën achter

zee - zeeën

orchidee - orchideeën

Soms moet je een klinker weghalen of medeklinker toevoegen.

vraag – vragen

blik – blikken

Als er een verkeerde uitspraak kan ontstaan, schrijf je ’s.

opa – opa’s
ski – ski’s
piano – piano’s
accu – accu’s
hobby – hobby’s
(maar: deejay – deejays)

Een f wordt vaak een v, een s wordt vaak een z.

golf – golven
buis – buizen
(maar: kaars – kaarsen)

Soms hoor je het... 

Sommige znw hebben een meervoud wat niet volgens de regels gaat. Vaak hoor je dan hoe je het moet schrijven. 

blad – bladeren
schip – schepen

Soms is er geen meervoud

Van sommige woorden bestaat alleen maar enkelvoud. 

sla

muziek

kleren

hersens/hersenen

Wat is het meervoud van...?
tomaat

1. tomaaten
2. tomaten

Wat is het meervoud van...?
lama

1. lama's
2. lamaas

Wat is het meervoud van...?
ski

1. skies
2. ski's
3. skieën

Wat is het meervoud van...?
spray

1. sprays
2. spray's
3. sprayen

Wat is het meervoud van...?
microgolf

1. microgolfen
2. microgolfs
3. microgolven

Wat is het meervoud van...?
slee

1. slees
2. slee's
3. sleeën

Wat is het meervoud van...?
twee

1. twees
2. twee's
3. tweeën

Wat is het meervoud van...?
schip

1. schepen
2. schippen
3. schips

Wat is het meervoud van...?
appel

1. appels
2. appelen
3. appellen

Wat is het meervoud van...?
lepel

1. lepelen
2. lepels

Wat is het meervoud van...?
stoel

1. stoelen
2. stoels

Wat is het meervoud van...?
leraar

1. leraren
2. leraaren

Huiswerk

Maak opdracht 4-5-6-7

blz 146/147