Week 2, les 2 KT1 - theorie de cel

De cellen
Week 2 les 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De cellen
Week 2 les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesindeling
Terugblik vorige les
Cytologie: inhoud en functie

Let op: deze week is ook de uitleg/aankoop van MBO leren gepland.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
-De student weet de onderdelen van de cel te benoemen en kent hun functie. 
-De student weet de organellen in een cel te benoemen en kent hun functie.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les
-Wat betekenen de volgende begrippen:
  1. Orgaan
  2. Orgaanstelsel
  3. Anatomie
  4. Cytologie
Welke begrippen ken je nog meer uit de vorige les?

Slide 4 - Slide

Anatomie: leer van de lichaamsbouw. Uit welke onderdelen bestaat het lichaam? OPBOUW en VORM

Fysiologie: leer van de lichaamsfuncties. Hoe werkt het lichaam in gezonde toestand? WERKING en FUNCTIE

Pathologie: ziekteleer. Hoe ontstaan en verlopen ziektes in ons lichaam? ZIEKTES

Histologie: leer van de weefsel

Cytologie: leer van de cel

Orgaan: 
een geheel van weefsels met een of meerdere functies ten behoeve van dat organisme.

Orgaanstelsel:
bestaan uit groepen samenwerkende organen die gezamenlijk één hoofdfunctie hebben. Het hart werk samen met de bloedvaten. 

Organisme

Slide 5 - Slide

Opdracht gelukt?
Bespreken met elkaar


Menselijke cel
De cel is de kleinste zelfstandig functionerende eenheid van het menselijk lichaam. 
Het menselijk lichaam bestaat uit ongeveer: 
60.000.000.000.000.000 cellen. 


Al onze organen en weefsels zijn terug te brengen tot de bouwstenen waaruit ze zijn opgebouwd: lichaamscellen

Slide 6 - Slide

Extra informatie:
Al onze organen zijn terug te brengen tot de bouwstenen waaruit ze zijn opgebouwd, de lichaamscellen.
Een cel is heel klein. (0.01-0.001 mm in doorsnede) 

Slide 7 - Slide

Het endotheel is een bedekkend eencellig laagje aaneengesloten cellen dat onder andere de binnenkant van hart, bloedvaten en lymfevaten

Zenuwcellen: deze geleiden elektrische impulsen.

Gladde spiercellen: zorgen voor beweging in het darmstelsel en de bloedvaten.

Kraakbeencellen: deze cellen zorgen voor flexibiliteit en stevigheid.


Botcellen: deze zorgen voor stevigheid.

Dwarsgestreepte spiercellen: deze cellen zorgen voor de beweging in de skeletspieren.

Darmepitheel: zorgen voor de opname van voedingsstoffen.

Bloedcellen: de bloedcellen zorgen voor het zuurstoftransport.

Dekcellen: deze cellen hebben een regelmatige vorm en sluiten goed op elkaar aan, zodat ze een goede afsluitende beschermlaag vormen.

Geslachtscel

Pancreas cel - alvleesklier
de cel

Slide 8 - Slide

Dit zijn de onderdelen die de student moeten kennen en alleen met deze functies. 
We gaan er minder diep op in dan in andere jaren 
Deze afbeelding leren voor de toets! Zit in de KTB
Alleen n2, 3, 4, 5, 8 en 10.

Slide 9 - Slide

Deze afbeelding leren voor de toets! Zit in de KTB
Alleen n2, 3, 4, 5, 8 en 10.
Kenmerken van elke lichaamscel:
1. De cel bevat cytoplasma en (meestal) een celkern. 
2. In een cel vindt voortdurend stofwisseling (metabolisme) plaats. 

Slide 10 - Slide


Bij punt 2 kun je nog vertellen: 
metabolisme zorgt voor 
- opbouw, 
- afbraak en 
- instandhouding van de cel en daarmee
  de weefsels. 

Metabolisme is ook noodzakelijk voor de productie van energie. 
Celmembraan
Celmembraan
  • Alle levende cellen hebben er 1
  • Scheiding tussen de cel en de buitenwereld
  • Omvat de inhoud van de cel
  • Semi-permeabele barrière tussen binnen- en buitenkant v.d. cel en de omgeving
  • Functie: Bescherming tegen beschadiging en ziektekiemen
  • Functie: Transport tussen intra- en extra cellulaire ruimte

Slide 11 - Slide

Extra cellulaire ruimte is de omgeving buiten de cel. Het celmembraan dient als een grens die de bestanddelen in de cel bijeenhoudt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Organellen zijn de onderdelen van een cel die een specifieke functie uitoefenen binnen de cel *In de volgende dia meer hierover

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Enkele voorbeelden van organellen in het cytoplasma
  • Celkern
  • Mitochondriën
  • Endoplasmatisch reticulum 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

-Heeft ook een semipermeabele membraan. Deze omsluit de celkern en grenst deze af van het cytoplasma. 

-In het plasma van de kern bevinden zich de chromatinekorrels, die zich bij de celdeling omvormen in 'draden'. Dit zijn de chromosomen. Deze chromosomen bezitten de erfelijke eigenschappen die ieder mens uniek maken. 

-De celkern reguleert de werking van andere cel bestanddelen. 

-Elke cel bezit een kern behalve volwassen erytrocyten en trombocyten. Bij deze cellen is de kern verdwenen. 

-Cellen in het z.g.n. dwarsgestreepte spierweefsel hebben meer dan 1 kern. 
Organellen in het cytoplasma: endoplasmatisch reticulum
Zie ook nr. 4 volgende dia
Functie:
Hierin vindt de omzetting van eiwitten plaats en het 
vervoer.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

Staat niet in het boek

Slide 20 - Slide

De energie is nodig voor de celstofwisseling. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

filmpje van aanmaak nieuwe cellen
Opdracht
Ga naar CumLaude en maak  het werkblad de cellen.
timer
1:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Huiswerk volgende les:
Leren Medische terminologie Anatomie en fysiologie hoofdstuk 2
Maak af opdracht week 38 in Cum Laude
Boek Medische terminologie Anatomie en fysiologie mee

Volgende les: Mitose, Meiose, celdeling en erfelijkheid

Slide 25 - Slide

This item has no instructions