1.2 Patronen: Bevolkingsspreiding

Deze week
Vandaag
Hoofdstuk 1: Wereldbeeld
1.2 Bevolkingsspreiding

Woensdag
Aan de slag met een PO
Onderzoek in je eigen regio
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze week
Vandaag
Hoofdstuk 1: Wereldbeeld
1.2 Bevolkingsspreiding

Woensdag
Aan de slag met een PO
Onderzoek in je eigen regio

Slide 1 - Slide

Voorkennis
  • Je kent een aantal factoren die een verklaring vormen voor de verdeling van de welvaart in de wereld.
  • Je kent de nadelen van het bbp/hoofd als maatstaf om de welvaart te meten.
  • Je weet hoe het wereldbeeld er voor een aantal economische kenmerken uitziet.
  • Je weet welke indicatoren (maatstaven) je kunt gebruiken om landen met elkaar te vergelijken en om de wereld in te delen in groepen van landen.
  • Je begrijpt het verband tussen de verschillende economische patronen op de wereldkaart.
  • Je begrijpt de beperkingen van kenmerken op nationaal niveau voor gebruik op een lager schaalniveau.
  • Je kunt landen die verschillen in ontwikkelingsgraad op een aantal terreinen met elkaar vergelijken.

Slide 2 - Slide

Welvaart en welzijn

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 1.2
  • Je kent de factoren die de bevolkingsspreiding in de wereld verklaren.
  • Je begrijpt dat het patroon van de bevolkingsspreiding op de wereldkaart voortdurend verandert.
  • Je kunt het push- en pullmodel op meerdere schaalniveaus toepassen.

Slide 4 - Slide

Bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding

Slide 5 - Slide

Bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding
Waarom zijn sommige gebieden dicht bevolkt?

West-Europa

Oostkust Zuid-Amerika

Zuidoost Azië

Slide 6 - Slide

Bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding
Waarom zijn sommige gebieden dicht bevolkt?

West-Europa: gunstige ligging

Oostkust Zuid-Amerika: koloniaal verleden

Zuidoost Azië: gunstige natuurlijke omstandigheden

Slide 7 - Slide

Bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding
Bevolkingsdichtheid Mekongdelta: 465 mensen p/km². Hoe kan dat?

Ter vergelijking:
Vietnam: 290 inwoners per km2
Nederland: 517 inwoners per km2
Den Haag: 6.620 inwoners per km2
Frankrijk: 105 inwoners per km2
Parijs: >20.000 inwoners per km2

Slide 8 - Slide

Bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding
Vochtig, warm, vlak en vruchtbaar -> meerdere oogsten per jaar mogelijk

Natte rijstbouw zorgt voor:
  • Voldoende voedsel
  • Voldoende werkgelegenheid

Natuurlijke omstandigheden hebben grote invloed op bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding.

Slide 9 - Slide

Tunesië
Verklaar de bevolkingsspreiding in Tunesië. Noem de oorzaak en het verklarende principe.

  • Door de droogte is de bevolkingsdichtheid in het zuiden minder hoog. (oorzaak)
  • In een droger gebied zijn de bestaansmogelijkheden voor de agrarische bevolking kleiner dan in een vochtiger gebied. (verklarend principe)

Slide 10 - Slide

2015: 230 miljoen migranten in de wereld. Wat zet hen in beweging?

Slide 11 - Slide

2015: 230 miljoen migranten in de wereld. Wat zet hen in beweging?


Leg met de begrippen uit het model uit wanneer iemand zal besluiten om te migreren.

Begrippen:
- pullfactoren
- pushfactoren
- vertrekgebied
- vestigingsgebied
- tussenliggende hindernissen

timer
1:30

Slide 12 - Slide

Vul de tabel in
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Migratie wereldwijd
De interne migratie in Europa is sterk toegenomen. Hoe komt dat?


Naast nadelen heeft migratie voor een vertrekgebied ook een voordeel. Welk?


Slide 16 - Slide

Migratie wereldwijd
De interne migratie in Europa is sterk toegenomen. Hoe komt dat?
Uitbreiding EU. Hierbinnen is tussen veel landen vrij verkeer van personen.

Naast nadelen heeft migratie voor een vertrekgebied ook een voordeel. Welk?
Migranten maken vaak geld over naar het thuisland.

Slide 17 - Slide

Binnenlandse migratie in Ghana. Wat is de belangrijkste pushfactor in dit proces?

Slide 18 - Slide

Aan de slag
1.1: Maak opdracht 3 en opdracht 4 op pagina 6 van het werkboek.

Klaar? Check dan jouw antwoorden bij de docent.

1.2: Maak opdracht 2 en opdracht 5 op pagina 7 en 8 van het werkboek.

Klaar? Check dan jouw antwoorden bij de docent.

Maak de hoofdvragen van paragraaf 1.1 op pagina 10 van het werkboek.

Slide 19 - Slide