4Havo herhaling ww Chapitre 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoe ziet het ww schema eruit? Zie bord.

1. A
2. C
3. B
4. D

Je gebruikt twee werkwoorden bij ...

1. de conditionnel
2. de passé composé
3. de passé composé, futur en conditionnel
4. de imparfait

 Sleep de onderwerpen naar het juiste pers. vnw. onderwerp dat erbij hoort.

je

tu

il / elle / on

nous

vous

ils / elles

Léa et moi

la prof

mes copines

les Bleus

Maik et Lucie

l'ordinateur

PRÉSENT

Werkwoorden op -er

Werkwoorden op -ir

Werkwoorden op -re

Uitgangen:

-e, -es, -e,  -ent

Uitgangen:

-s, -s, ..., -ent

Uitgangen: 

-is, -is, -it, , -issent

Présent werkwoorden op -re. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.

je

tu

il / elle / on

nous

vous

ils / elles

vends

vendez

vendons

vendent

vend

vends

Welke uitgangen horen bij welke groep werkwoorden?

-ER

-IR

-RE

-ER

-IR

-RE

-e

-es

-e

-ons

-ez

-ent

-is

-is

-it

-issons

-issez

-issent

-s

-s

- -

-ons

-ez

-ent

Welke uitgangen horen bij welke groep werkwoorden?

-RE

tu

je

il/elle

vous

ils/

elles

nous

adores

demandons

entrent

aime

trouve

déteste

préparons

aidez

voyagent

marche

travaillons

parles

restez

cherchent

rentrez

regardes

Het hulpww bij de pc is in het Frans...

1. meestal een vorm van être, soms van avoir
2. meestal een vorm van avoir, soms van être
3. even vaak een vorm van être als avoir
4. een vorm van avoir, être of aller

Regelmatige werkwoorden -er

Regelmatige werkwoorden -ir

Regelmatige werkwoorden -re

Vorming van het voltooid deelwoord

stam + i

stam + u

stam + é

Het volt.dw. van être is ...

1. est
2. était
3. été
4. eu

Het volt.dw. van faire is...

1. fairé
2. fais
3. font
4. fait

Deze ww worden allemaal met het hww avoir vervoegd:

1. avoir, être, aller, faire, commencer
2. avoir, aller, faire, commencer
3. être, faire, aller
4. avoir, être, faire, commencer