Quiz Duitsland

1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herzlich Wilkommen!

Slide 2 - Slide

1. Das Okterberfest ist ………..
A
een Koninginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in de stad München.
C
carnavalsoptocht in de stad Keulen
D
een schoolfeest in oktober

Slide 3 - Quiz

2.Wie heißt dieses Fußballstadion und wo steht es?
A
die Allianz Arena in Stuttgart
B
die Mercedes-Benz-Arena in München
C
die Mercedes-Benz-Arena in Stuttgart
D
die Allianz Arena in München

Slide 4 - Quiz

3.Duits is de meest gesproken moedertaal in de Europese Unie.
A
waar
B
niet waar
C
twijfel
D
kan ik nog bijles krijgen?

Slide 5 - Quiz

4. Duits is de meest gesproken taal in Europa. Dat mensen in Zwitserland en Oostenrijk ook Duits praten, weet iedereen. In welke andere landen wordt nog meer het Duits als moedertaal gesproken ?

A
In Italië, België en Luxemburg
B
In Denemarken, Liechtenstein en Italië
C
In Zweden, Spanje en Luxemburg
D
Tsjechië, Hongarije, Roemenië

Slide 6 - Quiz

5.Welke stad heeft de meeste inwoners?
A
Hamburg
B
Frankfurt
C
Berlijn
D
Köln

Slide 7 - Quiz

9.Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
der Fahrbahn
B
der Autobahn
C
der Schnellweg
D
der Fahrweg

Slide 8 - Quiz

10.Wat is een Stau?
A
wegwerkzaamheden
B
afrit
C
file
D
parkeerplaats

Slide 9 - Quiz

11.Hoeveel inwoners heeft Duitsland?
A
83 Millionen
B
802 Tausend
C
75,3 Millionen
D
17 Millionen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

13.Wat zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
der Berliner Dom
C
der Zugspitze
D
der Großglockner

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

15.Waarom worden buitenlandse film "nachsynchronisiert" ?
A
Duitsers zijn slecht in Engels.
B
Ze willen de acteur recht in de ogen kijken
C
Duitsers vinden hun eigen taal het mooist.
D
Ze vinden het leuk om te doen.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

17.Wat krijg je als je in Duitsland een "Frikadelle" bestelt? Een ...
A
braadworst met saus
B
soort gehaktbal
C
broodje kroket
D
frikandel met mayo, curry en uitjes

Slide 16 - Quiz

19. Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Toyota
C
Mercedes
D
Volkswagen

Slide 17 - Quiz

20.Welke drie merken zijn Duits?

A
Ikea, Facebook en Chanel
B
Dr. Oetker, Adidas en Porsche
C
Apple, Porsche und Nike
D
Haribo, LÓreal en Fiat

Slide 18 - Quiz

22.Een Duitse(r) spreekt zijn baas aan met …
A
du
B
Sie
C
Herrschaft
D
Fraulein

Slide 19 - Quiz

Wie sagt man auf Deutsch:
"ik vind spinazie lekker"
A
ich finde Spinat lecker
B
ich möchte gern Spinazie
C
ich mag Spinat
D
ich liebe Spinazië

Slide 20 - Quiz

26.In het Duits zet je soms een Umlaut op:
A
de a, o, i, u
B
de i, u, e
C
de a, o, u
D
de a, i, u, o, e

Slide 21 - Quiz

27.juist of onjuist?
de vertaling van "es"= het
de vertaling van "ihr"= jullie
A
juist
B
onjuist
C
kan allebei
D
waar gaat dit over?

Slide 22 - Quiz

Wo steht dieses Riesenrad?
A
Olympiapark München
B
Alexanderplatz Berlin
C
Mariënplatz Luzern
D
Das Prater in Wien

Slide 23 - Quiz

Wer ist diese Deutsche Frau?
A
Angela Merkel
B
Katti Kleff
C
Angela von der Leyen
D
Helene Fischer

Slide 24 - Quiz

1

Slide 25 - Video

00:32
Wat is de titel van dit lied?
A
Was da zwischen uns auch ist
B
die Nacht
C
uns beide
D
Atemlos

Slide 26 - Quiz

33.Wat is een Duitse uitvinding?
A
tandpasta
B
onderzeeboot
C
flitspaal
D
bluetooth

Slide 27 - Quiz

34.Wat is nog een Duitse uitvinding?
A
aspirine
B
vierwielaandrijving
C
microscoop
D
brandweerslang

Slide 28 - Quiz

Wie sagt man auf Deutsch: "Je mag beginnen" ?
A
Du darfst anfangen
B
Du dürfst beginnen
C
Du magst beginnen
D
Du kannst anfangen

Slide 29 - Quiz

Einer geht noch.....

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

36. Was bedeutet völlig losgelöst hier?
A
volledig losgeslagen
B
alles is opgelost
C
helemaal los
D
we gaan naar mars

Slide 32 - Quiz

Schöne Ferien!!

Slide 33 - Slide