Toets h2

Vertaal
Vertaal de onderstaande woorden in het Duits
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vertaal
Vertaal de onderstaande woorden in het Duits

Slide 1 - Slide

uitnodigen

Slide 2 - Open question

thuis

Slide 3 - Open question

straks

Slide 4 - Open question

het cadeau

Slide 5 - Open question

feliciteren

Slide 6 - Open question

Vertaal 
Vertaal de onderstaande zinnen:

Slide 7 - Slide

Wij zijn thuis

Slide 8 - Open question

De Familie bezoekt de moeder

Slide 9 - Open question

Hij viert verjaardag

Slide 10 - Open question

Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man

wir 
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel

spiel
spiel
spiel
-e
-st
-t
-en
-en
-t

Slide 11 - Drag question

wonen = wohnen
ik woon = ich _________
A
wohne
B
wohnen
C
wohnt
D
wohnst

Slide 12 - Quiz

zwemmen = schwimmen
jij zwemt = du ______________
A
schwimme
B
schwimmst
C
schwimmt
D
schwimmen

Slide 13 - Quiz

schrijven = schreiben
hij schrijft = er ______________
A
schreiben
B
schreibst
C
schreibt
D
schreibe

Slide 14 - Quiz

spelen = spielen
Er__________ gerne Fußball.

Slide 15 - Open question

houden van = lieben
Ich __________ dich!

Slide 16 - Open question

maken = machen
Wir __________ gern Musik!

Slide 17 - Open question

ich
du
er/sie/es/man

wir
ihr
sie/Sie
Sleep de werkwoorden naar de juiste plek
schrijven= schreiben
schreibe
schreibst
schreibt
schreibt
schreiben
schreiben

Slide 18 - Drag question