Havo lesstof: Leren lezen van weerkaarten met drukgebieden
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat de symbolen op weerkaarten betekenen
Je kunt m.b.v. deze symbolen het weer uitleggen
Je kunt voorspellen wat het weer van morgen gaat zijn
Slide 3 - Slide
Leren lezen van weerkaarten met drukgebieden
Iedere dag hebben we het erover, het weer. Weer heeft een grote invloed op ons leven en in sommige beroepsgroepen is het heel belangrijk dat je weet wat de voorspellingen zijn. Denk hierbij aan de boer, die graag wil weten of hij droog blijft om zijn gras te hooien. Of een visser die de open zee op gaat.
Slide 4 - Slide
Hogedrukgebied
Hoge druk = dalende lucht
Symbool op de kaart = H
Getal > 1000
Welk weertype hoort bij H?
- geen bewolking
- warm in de zomer
- koud in de winter
Slide 5 - Slide
Lage drukgebied
Hoge druk = dalende lucht
Symbool op de kaart = L
Getal < 1000
Welk weertype hoort bij L?
- bewolking met regen
- nat weer
- niet extreem koud of warm
Slide 6 - Slide
Luchtdruk veranderd....
De luchtdruk is niet op alle plaatsen hetzelfde. Door de stand van de zon zien we dat op de evenaar altijd een laag luchtdruk gebied is. Het is hier warm en in de namiddag regent het vaak. Je kunt dit ook terug zien op de wereld kaart. Rond de evenaar is het altijd groen. (regenwouden!) En er valt veel regen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Het weer als de luchtdruk verandert..
Onthouden: Lucht stroomt ALTIJD van H naar L -> dit is wind
Onthouden: Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder het waait.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Luchtdruk gebieden op de wereld
Slide 12 - Slide
Windrichtingen op aarde
Wind stroomt van H -> L
Let op: de aarde draait om zijn eigen as
Gevolg: wind heeft een afwijking!
Wet van Buys Ballot:
Noordelijk Halfrond: wind draait naar rechts
Zuidelijk Halfrond: wind draait naar links
Corioliseffect: afwijking van richting door beweging
Op de kaart zie je de grote windsystemen op aarde. Door de Wet van Buys Ballot krijgt wind een afwijking.
NH: afwijking naar rechts
ZH: afwijking naar links
Let op: ALTIJD KIJKEN MET DE WIND IN JE RUG!
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
En hoe zit dat nu met luchtdruk gebieden boven bijvoorbeeld Europa en Nederland?
Je hebt nu geleerd dat je op verschillende breedtegraden andere luchtdruk gebieden zijn. Maar ook bij ons om 50 graden hebben hoge en lage drukgebieden. We gaan eens kijken hoe deze 'bubbels' van lucht bewegen en hoe we dat ieder dag op de weerkaart zien.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Maar wat gebeurt er als die fronten gaan botsen?
Een warmtefront: rood met halve cirkels, dit kan een langdurig regengebied zijn. Langzaam oplopende temperatuur
Koufront: blauwe lijn met driehoekjes, meestal onbestendig weertype met veel onweer en hevige buien. Het wordt kouder.
Oclusiefront: Paars met driehoekjes en halve bolletjes. Als een kou en warmte front langzaam bij elkaar komen. Resultaat: regen
Slide 17 - Slide
En dan naar de kaart
Isolijnen: Lijn op een kaart of in een grafiek die punten verbindt met een gelijke waarde
Isolijnen die de luchtdruk aangeven worden isobaren genoemd.
Slide 18 - Slide
Op deze kaart zie je isobaren, kun jij aangeven waar een hoge- en waar aan lagedrukgebied ligt in Europa?
Windrichting:
Bij L -> wind stroomt er naartoe
Bij H -> wind stroomt er vanaf
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Stel: Warme en koude lucht botsen. Welke van de twee zal gaan stijgen?
A
Warme lucht
B
Koude lucht
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Goed onthouden:
- Koude lucht beweegt sneller dan warme lucht
- "Koude lucht haalt de warme lucht in"
- Warme lucht stijgt
- Stijgende lucht koelt af, waterdamp condenseert en regent uit