10.4 Lorentzkracht (opg. 22,25-27,29)

10.4 Lorentzkracht
Huiswerk opgaven 22, 25-27, 29
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

10.4 Lorentzkracht
Huiswerk opgaven 22, 25-27, 29

Slide 1 - Slide

Eerst een paar vragen vooraf

Slide 2 - Slide

Een elektron heeft een verwaarloosbare snelheid en wordt versneld door een homogeen elektrisch veld E tussen twee platen op afstand d en spanning U. De kinetische energie van het elektron wordt:
A
e . U
B
e . E
C
e . U . d
D
e . E . d

Slide 3 - Quiz

Een elektron met een bepaalde beginsnelheid v wordt versneld door een homogeen magneetveld B over afstand d. De kinetische energie wordt:
A
B . e
B
B . e . d
C
B . e . v
D
Geen van deze antwoorden

Slide 4 - Quiz

Een alternatief voor de FBI-regel uit het basisboek

Slide 5 - Slide

Magnetisch veld
Weergeven met lijnen, net als bij elektrisch veld.


Magnetisch veld of magnetische inductie B
is voor ons hetzelfde.

Slide 6 - Slide

Opgave 22. Parallelle draden

Slide 7 - Slide

22a. De stroom gaat in beide draden dezelfde kant op, en dat is:
A
Omhoog
B
Omlaag

Slide 8 - Quiz

22a. Het magnetisch veld van draad 1 in Q tekenen we (in zij-aanzicht) met een:
A
Pijl naar links
B
Pijl naar rechts
C
Kruis
D
Punt

Slide 9 - Quiz

22a. De richting van de Lorentzkracht op draad 2 is:
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Naar links
D
Naar rechts

Slide 10 - Quiz

Draad 2 wordt naar links getrokken door het veld van draad 1. Welke natuurwet, naast die van de Lorentzkracht, zegt dat dan draad 1 door draad 2 naar rechts getrokken wordt?
timer
0:30

Slide 11 - Open question

22b. Formule B
Magnetische veldsterkte bij een lange draad:  B = 𝜇/2π . I / r
BINAS 35D3, maar in kolom 'Overige' dus wordt de formule in de opgave gegeven (en zal je die nodig hebben!)

Omgekeerd evenredig verband met de afstand tot de draad: 2x verder 2x zwakker (dus niet kwadratisch).

Slide 12 - Slide

Opgave 25
Kijk opgave 25 zelf na.


De vragen over de richting uit opgaven 21 - 26 zitten in de test: 10.4 De richting van de Lorentzkracht

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Er bestaan toch geen losse noord- en zuidpolen? Hoe zijn twee zuidpolen en één noordpool dan mogelijk? Wie legt dit uit?
timer
0:30

Slide 15 - Open question

Opgave 26b.  FL = B . I . L

  • B = 0,35 T
  • I = 50e-3 A
  • L = ?

  • FL = 0,35 . 50e-3 . 3,141
  • FL = 5,5e-2 N

  • L = 40 x omtrek
  • L = 40 . 2 . π . r
  • L = 40 . π . d
  • L = 40 . π . 2,5e-2 m
  • L = 3,141 m

Slide 16 - Slide

27c en 27d
  • W = F . s voor F en s in dezelfde richting
  • W = F . s . cos (α), bij loodrecht is cos (90) = 0
  • Geen arbeid dus Ekin blijft gelijk en snelheid blijft gelijk
  • Kracht loodrecht op beweging verandert alleen de richting

Slide 17 - Slide

Opgave 27e.
  • FL = B . q . v
  • Fmpz = m . v2 / r
  • Zijn aan elkaar gelijk: FL = Fmpz

Slide 18 - Slide

Opgave 27f
He2+ ten opzichte van een proton:
  • Lading is 2x
  • Massa is ongeveer 4x
  • Dus moet volgens de formule B 2x sterker voor dezelfde straal r

Slide 19 - Slide

Opgave 29
Zie video, met o.a.
  • Cirkelbeweging: FL = Fmpz , maar ook vbaan = 2 . π . r / T
  • Versnellen: q . U = ½. m . v2 (de 'puntenmachine') 
  • Leidt formule af: Geen eenheden of waarden!

Slide 20 - Slide

Huiswerk
We slaan 10.5 over. Maak de Edpuzzle over Elektromagnetische inductie en bestudeer 10.6 pagina's 172-175.

Maak de handregel testen nogmaals: heb je nu alles goed?

Werk verder aan de opdrachten: 1,4,5,6,7,8 en 9,11,12,15 en 16,17,18,19 en 22,25,26,27,29 en 37,39,40.

Slide 21 - Slide