What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V4 4.1 + 4.2
4.1 Zouten, namen en formules
Hoe worden zouten gevormd?
Ionsoorten leren kennen
Namen en formules van zouten opstellen
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
4.1 Zouten, namen en formules
Hoe worden zouten gevormd?
Ionsoorten leren kennen
Namen en formules van zouten opstellen
Slide 1 - Slide
Vorming van een zout
Atoommodel van Bohr: protonen en neutronen in kern, elektronen in schillen eromheen.
Valentie-elektronen zijn elektronen in de buitenste schil.
Edelgasconfiguratie: 8 elektronen in buitenste schil.
Slide 2 - Slide
Vorming van een zout
Na heeft 1 valentie-elektron
Wilt er 1 wegdoen voor octetregel.
Wordt zelf Na
+
-ion
Cl heeft 7 valentie-elektronen.
Wilt er nog 1 voor octetregel.
Wordt zelf Cl
-
-ion
Slide 3 - Slide
Vorming van een zout
Ionen die ontstaan trekken elkaar aan:
ionbinding
Ionen zitten in een ionrooster
Slide 4 - Slide
Enkelvoudige ionen
Ionen die bestaan uit 1 atoomsoort
Bestaan atoomsoorten met verschillende ionladingen
Binas 40A
Aangeven met Romeinse cijfers: goud(I)ion of goud(III)ion
Slide 5 - Slide
Enkelvoudige ionen
Negatieve ionen eindigen op -ide
Slide 6 - Slide
Samengestelde ionen
Ionen die uit twee of meer verschillende atoomsoorten bestaan.
Binas tabel 66B.
Slide 7 - Slide
Enkelvoudige ion
Samengesteld ion
Na
+
Cl
-
OH
-
S
2
O
3
2-
Br
-
Mg
2+
NH
4
+
Slide 8 - Drag question
Naamgeving van een zout
Systematische naam: naam van het positieve ion + naam van het negatieve ion.
Let daarbij op eventuele Romeinse cijfers
Vb: ijzer(III)chloride
Vb: aluminiumoxide
Triviale naam: Binas tabel 66A
Vb: fluoriet ( = calciumfluoride)
Slide 9 - Slide
Wat is de rationale naam van waterglas?
Slide 10 - Open question
Wat is de molecuulformule van hypochloriet?
Slide 11 - Open question
Verhoudingsformule van een zout
Zout is zelf altijd neutraal: NaCl, KCl, FeCl
3
, MgF
2
,....
Komt door de verhouding positieve en negatieve ionen.
Verhoudingsformule van ijzer(III)chloride:
Fe
3+
en Cl
-
: 1 Fe
3+
en 3 Cl
-
maakt neutraal.
Het zout: FeCl
3
Ladingen van ionen te vinden in Binas tabel 40A
Let op haakjes bij samengestelde ionen: Al(NO
3
)
3
Slide 12 - Slide
Geef de verhoudingsformule voor K+ en S2-
Slide 13 - Open question
Geef de verhoudingsformule voor Al3+ en O2-
Slide 14 - Open question
Geef de verhoudingsformule voor kaliumionen en carbonaationen
Slide 15 - Open question
Geef de verhoudingsformule voor Fe2+ en OH-
Slide 16 - Open question
Verhoudingsformule van een zout
Fe
2+
en OH
-
Fe(OH)
2
Vergeet de haakjes niet!
Slide 17 - Slide
4.2 Zouten in water
Hoe lossen zouten op in water?
Hoe reageren metaaloxiden met water?
Slide 18 - Slide
4.2 Oplossen van een zout
Ontstaan ion-dipoolbindingen tussen het ion en een watermolecuul
Omringen van ionen door watermoleculen:
Hydratatie
Niet elk zout is goed oplosbaar: Soms is de ionbinding te sterk
Binas tabel 45A
Slide 19 - Slide
4.2 Oplossen van een zout
Binas tabel 45A:
g: goed oplosbaar (vb: NaNO
3
)
m: matig oplosbaar (vb: MgSO
3
)
s: slecht oplosbaar (vb: CaCO
3
)
r: reageert in water (vb: CaO)
Slide 20 - Slide
Hoe lost het zout NaCl op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water
Slide 21 - Quiz
Hoe lost het zout Fe2O3 op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water
Slide 22 - Quiz
Hoe lost het zout lood(II)hydroxide op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water
Slide 23 - Quiz
Oplosvergelijking van een zout
Water komt niet voor in de vergelijking: het reageert niet mee.
NaCl -> Na
+
+ Cl
-
Algemene vorm: Zout -> ionen
Elk ion in het zout wordt afzonderlijk gehydrateerd
CuCl
2
-> Cu
2+
+ 2 Cl
-
Slide 24 - Slide
Geef de oplosvergelijking van het zout ZnBr2
Slide 25 - Open question
Oplosvergelijking van een zout
ZnBr
2
bestaat uit Zn
2+
en 2 Br
-
Oplosvergelijking: ZnBr
2
-> Zn
2+
+ 2 Br
-
Slide 26 - Slide
Indampvergelijking van een zout
Als je een zoutoplossing verwarmt, verdampt het water.
Negatieve en positieve ionen vormen weer een ionrooster.
Het zout blijft achter.
Indampvergelijking: ionen -> zout
Zn
2+
+ SO
4
2-
-> ZnSO
4
Slide 27 - Slide
Geef de indampvergelijking van een natriumchlorideoplossing
Slide 28 - Open question
Oplosbaarheid van een zout
Geeft hoeveelheid stof aan die kan oplossen in een oplosmiddel bij bepaalde temperatuur.
Als maximale hoeveelheid zout is opgelost: verzadigd
Niet het geval? Onverzadigd
Slide 29 - Slide
De oplosbaarheid van BaCl2 is 1,78 mol/L water. Ik doe 400 g BaCl2 in een liter water. Bereken of deze oplossing verzadigd of onverzadigd is.
Slide 30 - Open question
Een r in binas tabel 40A
Dan reageert het zout met water.
Bij Na
2
O, K
2
O, CaO en BaO
Nu wel water in reactievergelijking, want het reageert.
Slide 31 - Slide
Wat kan je nu gaan doen?
Paragraaf 4.1 en 4.2 doorlezen
Opdrachten uit de studiewijzer maken
Slide 32 - Slide
More lessons like this
V4 4.2 Zouten in water
January 2022
- Lesson with
17 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4.2 Zouten in water
January 2023
- Lesson with
17 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
5.2 Zouten in water
December 2023
- Lesson with
16 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V4 4.1 Zouten, namen en formules + 4.2 Zouten in water
January 2021
- Lesson with
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
zouten
February 2024
- Lesson with
34 slides
Scheikunde
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4-6
zouten
18 days ago
- Lesson with
34 slides
Scheikunde
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4-6
zouten
February 2024
- Lesson with
31 slides
Scheikunde
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4-6
5.2 Zouten in water
July 2024
- Lesson with
22 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4