Horen zien en schrijven 12 dieren

1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je zakkie in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken

Slide 2 - Slide

Je kent nieuwe woorden.
Je kent de namen van dieren.
Je leert over vacht en veren.
Je leert over mijn, jouw en haar/zijn.
Je weet welk geluid een dier maakt.
Je weet hoe een jong dier genoemd wordt.
De doelen 

Slide 3 - Slide

Dieren met een vacht
De pony
Het schaap
Het konijn
De kat
De ezel

Slide 4 - Slide

Dieren met een vacht
De hond
De geit
Het varken

Slide 5 - Slide

Dieren met veren
De veer
De haan
De kip
De vogel
De eend

Slide 6 - Slide

Welk dier is dit?
A
De geit
B
Het schaap
C
Het varken
D
De kip

Slide 7 - Quiz

Welk dier is dit?
A
De eend
B
De kip
C
De haan
D
De vogel

Slide 8 - Quiz

Welk dier is dit?
A
De geit
B
De pony
C
Het konijn
D
Het schaap

Slide 9 - Quiz

Welk dier is dit?
A
De kip
B
De vogel
C
De eend
D
De haan

Slide 10 - Quiz

Welk dier is dit?

Slide 11 - Open question

Welk dier is dit?

Slide 12 - Open question

Welk dier is dit?

Slide 13 - Open question

Welke dieren hebben een vacht?

Slide 14 - Open question

Welke dieren hebben veren?

Slide 15 - Open question

Mijn - Jouw - Haar/Zijn 
Ik heb een ezel. Dat is mijn ezel.
Jij hebt een hond. Dat is jouw hond.
Hij heeft een ezel. Het is zijn ezel.
Zij heeft een kat. Dat is haar kat.

Slide 16 - Slide

Ik heb een eend. Dat is ......... eend.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 17 - Quiz

Hij heeft een hond. Het is ....... hond.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 18 - Quiz

Jij hebt een pony. Dat is .......... pony.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 19 - Quiz

Zij heeft een geit. Het is ...... geit.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 20 - Quiz

Welke dieren zie je hier?

Slide 21 - Slide

de koe

Slide 22 - Slide

het varken

Slide 23 - Slide

het schaap

Slide 24 - Slide

het paard

Slide 25 - Slide

de kip

Slide 26 - Slide

de hond

Slide 27 - Slide

de geit

Slide 28 - Slide

de kat

Slide 29 - Slide

DIERENGELUIDEN
de koe
het paard
de kip
de hond
de kat
de geit
het varken
het schaap

Slide 30 - Slide

Naam van het dier en hun jong.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Dit is een koe.
Hoe heet het jong van
een koe?
A
B
C
D

Slide 33 - Quiz

Dit is een paard. Hoe heet het jong van een paard?
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz

Welke dier maakt dit geluid?
A
B
C
D

Slide 35 - Quiz

Welke dier maakt dit geluid?
het varken
het varken
het varken
A
B
C
D

Slide 36 - Quiz

Welke dier maakt dit geluid?
A
B
C
D

Slide 37 - Quiz

              Hoe heet het jong van deze dieren? 
              Sleep het juiste antwoord naar de foto's.
veulen
kalf
big

Slide 38 - Drag question

kip en kuiken
schaap en lam
hond en puppy

Slide 39 - Drag question

wordwall over boerderijdieren.
(makkelijk)

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

wordwall over dieren
(moeilijk)

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Link

Je kent nieuwe woorden.
Je kent de namen van dieren.
Je leert over vacht en veren.
Je leert over mijn, jouw en haar/zijn.
Je weet welk geluid een dier maakt.
Je weet hoe een jong dier genoemd wordt.
De doelen 

Slide 44 - Slide