This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5 Hoe werkt de overheid
5.1 Overheid, burgers en bedrijven
Slide 1 - Slide
5.1 Stuurt de overheid de economie
Leerdoelen
Ik kan aan de hand van een voorbeeld herkennen of er sprake is van marktwerking.
Ik kan voorbeelden geven op welke manier de overheid de economie beïnvloed.
Ik weet wat het CBS, CPB en de SER doen voor de overheid.
Slide 2 - Slide
5.1 Overheid , burgers en bedrijven
Collectieve goederen
Goederen die de overheid betaalt en waarvan iedereen (al dan niet tegen betaling) gebruik van kan maken.
Algemeen belang
Kwaliteit van de dienst op peil houden
Onzinnig om elke Nederlander apart te laten betalen.
Betaalbaar voor iedereen
Slide 3 - Slide
Voorbeeld collectieve voorziening in de gemeente.
Slide 4 - Mind map
5.1 Overheid , burgers en bedrijven
Marktvormen
Verschillende marktvormen:
planeconomie (geen marktwerking)
vrije markteconomie (alleen maar marktwerking)
sociale markteconomie (overheid grijpt in wanneer ze dat nodig acht)
Slide 5 - Slide
Marktvorm waarbij er geen sprake is van marktwerking
A
Vrijemarkteconomie
B
Planeconomie
C
Sociale markteconomie
Slide 6 - Quiz
De Franse overheid bevriest de gasprijs.
A
vrije markt
B
planeconomie
C
sociale markteconomie
Slide 7 - Quiz
In Noord-Korea bepaalt de overheid de prijzen van producten.
A
vrije markt
B
planeconomie
C
sociale markteconomie
Slide 8 - Quiz
In Oostenrijk kent men geen minimumloon.
A
vrije markt
B
planeconomie
C
sociale markteconomie
Slide 9 - Quiz
5.1 Overheid , burgers en bedrijven
Marktwerking
Particuliere bedrijven concurreren met elkaar:
prijzen laag houden
kwaliteit verhogen
Slide 10 - Slide
Door marktwerking is er concurrentie tussen bedrijven
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Selin denkt dat marktwerking nadelig is voor de kwaliteit van producten. Mariam is dat niet eens met Selin. Wie heeft/hebben gelijk ?
A
Selin
B
Mariam
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 12 - Quiz
Wat is GEEN voordeel van marktwerking (concurrentie)?
A
Prijzen kunnen lager worden
B
Er is meer keuze
C
Er is meer kwaliteit/betere service
D
Je betaalt minder BTW
Slide 13 - Quiz
In de collectieve sector heb je altijd te maken met marktwerking
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
5.1 Overheid , burgers en bedrijven
Privatiseren
De overheid besteedt taken uit of draagt ze over aan particulier bedrijven:
Het wordt niet langer beschouwd als een overheidstaak.
Het is goedkoper om een particulier bedrijf in te schakelen.
Slide 15 - Slide
Wat is een voordeel van privatiseren?
Slide 16 - Open question
Wat is privatisering?
A
De overheid koopt een dienst of activiteit van een particulier bedrijf
om hier winst mee te maken.
B
De overheid stimuleert particuliere bedrijven om meer mensen in dienst te nemen.
C
De overheid verkoopt een dienst of activiteit aan een bedrijf in de particuliere sector.
D
De overheid beschermt het privévermogen van eigenaren van bedrijven in de particuliere sector.
Slide 17 - Quiz
Stelling 1: Privatiseren is het overhevelen van productie door de overheid naar particuliere sector. Stelling 2: Privatisering geeft alleen maar voordelen voor de consument.
A
Beide stellingen zijn goed
B
Stelling 1 is goed, stelling 2 is fout
C
Stelling 1 is fout, stelling 2 is goed
D
Beide stellingen zijn fout
Slide 18 - Quiz
Door privatisering wordt de .... steeds kleiner.
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
Slide 19 - Quiz
Wat is een nadeel van privatisering?
Slide 20 - Open question
Wat is GEEN gevaar van privatiseren?
A
De prijzen dalen omdat er sprake is van marktwerking.
B
Werknemers worden op grote schaal ontslaan.
C
Service/kwaliteit vermindert doordat er geen overheidstoezicht is.
D
De prijs van het aangeboden goed of dienst wordt verhoogd.