21CT BE online les

1 / 36
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

WAT IS DE BOEKWAARDE VAN EEN AUTO: dit is de waarde...
A
waarvoor een auto gekocht is
B
berekend als: aanschafprijs - afschrijvingen
C
waarvoor de auto verkocht is
D
van alle afschrijvingen bij elkaar

Slide 15 - Quiz

De boekwaarde bereken je door:
A
aanschafwaarde - alle afschrijvingen
B
aanschafwaarde + alle afschrijvingen
C
restwaarde - alle afschrijvingen
D
boekwaarde + restwaarde

Slide 16 - Quiz

WANNEER EINDIGT DE ECONOMISCHE LEVENSDUUR VAN EEN DPM/MACHINE?
A
als de kosten van een machine hoger zijn dan zijn opbrengsten
B
als een machine stuk is
C
als een machine helemaal op is / niets meer waard
D
nooit

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 19 - Quiz

afschrijvingen zijn
timer
0:20
A
uitgaven
B
kosten
C
beide antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide


wat is het afschrijvingspercentage in procenten van de aanschafprijs?
Dus aanschafprijs € 2.500 afschrijving per jaar € 500 
A
10%
B
30%
C
20%
D
40%

Slide 25 - Quiz

Bij het berekenen van de afschrijvingswaarde, van welke levensduur gaan we uit?
A
De Technische Levensduur
B
De Economische Levensduur
C
De Kortste Levensduur
D
De Langste Levensduur

Slide 26 - Quiz


wat is het afschrijvingspercentage in procenten van de aanschafprijs?
Dus aanschafprijs € 8.000 afschrijving per jaar  € 800.
A
10%
B
30%
C
20%
D
40%

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

BIJ WELKE AFSCHRIJVINGSMETHODE BLIJVEN DE AFSCHRIJVINGSKOSTEN GELIJK?
A
% van de boekwaarde
B
% van de aanschafwaarde
C
n.v.t.
D
n.v.t.

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide