Module 7 H2

COM Periode 4
Module 7 Hoofdstuk 2 

2 lessen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

COM Periode 4
Module 7 Hoofdstuk 2 

2 lessen

Slide 1 - Slide

Les 1

Slide 2 - Slide

Lesinhoud
Terugblik module 7 H1
Instructie module 7 H2, deel 1
Zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

Planning COM
Maandag 10 juni: Module 7, H2 deel 1
Dinsdag 11 juni: Uitval i.v.m. CGI's

Maandag 17 juni: Module 7, H2 deel 2
Dinsdag 18 juni: Herhalingsles + oefentoets

Dinsdag 25 juni: Toets Module 2, 6 en 7


Slide 4 - Slide

Noem een mogelijke reactie na een crisissituatie?

Slide 5 - Open question

Wat is een verdedigingsmechanisme?

Slide 6 - Open question

Bij het communiceren tijdens een crisissituatie..
A
Vertel je rustig en duidelijk wat de cliënt niet moet doen
B
Vertel je rustig en duidelijk wat de cliënt wel moet doen

Slide 7 - Quiz

Bij het communiceren tijdens een crisissituatie..
A
Ben je zo specifiek mogelijk qua informatie, ook als de cliënt angstig is
B
Houd je informatie algemeen, als de cliënt angstig is

Slide 8 - Quiz

Een psychotrauma heeft 3 kenmerken. Veelvuldige herbeleving, vermijdingsreacties en...

Slide 9 - Open question

Leerdoelen module 7; H2
  • Je kunt uitleggen hoe je conflicten kunt voorkomen.
  • Je kunt uitleggen hoe je met verschillende soorten conflicten om moet gaan.
  • Je kunt uitleggen wat de aandachtspunten zijn van je eigen gedrag in conflictsituaties.
  • Je kunt uitleggen hoe je om kunt gaan met jouw professionele en persoonlijke grenzen in een conflictsituatie.
  • Je kunt uitleggen hoe je om kunt gaan met agressie.



Slide 10 - Slide

Conflicthantering en omgaan met agressie
Overal waar mensen samen zijn en werken ontstaan conflicten 
Is dit altijd verkeerd? 

Soorten conflicten: 
  • inhoudelijk conflict
  • belangenconflict
  • sociaal-emotioneel conflict




Slide 11 - Slide

Inhoudelijk conflict
= conflict waarbij een verschil van mening over de inhoud centraal staat

Wie kan een voorbeeld bedenken? 

Slide 12 - Slide

Belangenconflict
= conflict waarbij botsende belangen van de tegengestelde partijen centraal staan

Wie kan een voorbeeld bedenken? 

Slide 13 - Slide

Sociaal-emotioneel conflict
= conflict waarbij de emoties van één of beide partijen de boventoon voeren

Wie kan een voorbeeld bedenken? 

Wanneer wordt een inhoudelijk of belangenconflict een sociaal-emotioneel conflict? 

Ruzie en conflict is niet hetzelfde. Een ruzie is een uit de hand gelopen sociaal-emotioneel conflict! Partijen strijden voor hun gelijk en er is geen oplossing. Als dit niet wordt uitgesproken : stil/onzichtbaar/verborgen conflict. 

Slide 14 - Slide

Conflicten voorkomen
Wanneer je als (persoonlijk) begeleider werkt, is het belangrijk je te realiseren hoe je omgaat met een conflict. Professionele houding = conflict hoe dan ook oplossen! 

Wat is het verschil met een conflict in jouw privé sfeer? 

Voorkomen is beter dan genezen
Cliënt is van jou afhankelijk 
Op tijd signaleren 
Preventief handelen
Oefenen met vaardigheden

Slide 15 - Slide

Weerstand en motivatie vergroten
Conflict voorkomen --> onderzoek de oorzaak van de weerstand! 
Hoe merk je weerstand?  

Motivatie van de cliënt vergroten door het bieden van autonomie: 

- keuzes geven binnen jouw kaders
- gevoel van keuzevrijheid geven
- inzicht bieden door gesprek/vragen stellen 






Slide 16 - Slide

Conflicthanteringsstijlen
Jouw houding en gedrag als (persoonlijk) begeleider kunnen bepalend zijn voor het ontstaan en de verdere ontwikkeling van een conflict.

De manier waarop je reageert in een conflict = jouw conflicthanteringsstijl. 
Is deze definitief? 


Slide 17 - Slide

Niet effectieve conflicthanteringsstijlen
1. Forceren en vechten
Eigen belang voorop, ten koste van de ander
2. Ontlopen en vermijden
Geen grenzen aangeven, ten koste van jezelf
3. Aanpassen en toegeven
Je vindt het belang van de ander belangrijker dan dat van jezelf

Slide 18 - Slide

Effectieve conflicthanteringsstijlen
1. Samenwerken en oplossen
Gezamenlijk probleem, inleven in de ander
2. Onderhandelen en een compromis zoeken 
Je levert een stukje in om tot een oplossing te komen
Let op: dit kan niet als emoties te zwaar meespelen!

Slide 19 - Slide

Conflict oplossen
Wat helpt wel: 

  • neem de tijd om een conflict uit te spreken;
  • blijf bij het onderwerp;
  • probeer je gevoelens en emoties onder controle te houden;
  • luister actief naar de ander, laat hem uitspreken en sta open voor zijn belang;
  • zoek naar gezamenlijke belangen;
  • zoek naar oplossingen die voor beide partijen redelijk zijn;
  • gebruik ik-boodschappen.
Conflict oplossen
Wat helpt niet: 

  • weglopen;
  • anderen bij het conflict betrekken;
  • andere onderwerpen bij het conflict betrekken;
  • verwijten maken en jij-boodschappen gebruiken ('Jij weet niet waar je over praat', 'Jij doet altijd …');
  • onvoorbereid zijn;
  • slachtofferrol kiezen
  • psychologiseren ('Jij zegt dat nu wel, maar volgens mij ben je bang om …').





Slide 20 - Slide

Opdracht inleveren in Teams
Doe de conflicthanteringsstijl op: https://www.123test.com/nl/conflict/#its123-testAnchor
En plak je uitslag in het document. 
  • Herken je jezelf in de uitslag? 

Beschrijf een conflictsituatie waar jij zelf in hebt gezeten. Dit mag professioneel of persoonlijk zijn. 
  • Hoe ontstond het conflict? 
  • Wat was jouw conflicthanteringsstijl? 
  • Ga je altijd op deze manier met conflicten om? 
  • Is het conflict opgelost? 
  • Wat heb je hiervan geleerd over jezelf en jouw conflicthanteringsstijl? 

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
Digitale leeromgeving: licentie 'communicatie en ondersteunen'
Module 7, H2
Opdracht 1 t/m 13

Teamsopdracht inleveren

Slide 22 - Slide

COM Periode 4
Module 7 Hoofdstuk 2 

2 lessen

Slide 23 - Slide

Les 2

Slide 24 - Slide

Lesinhoud
Terugblik module 7 H2, deel 1
Instructie module 7 H2, deel 2
Zelfstandig werken

Slide 25 - Slide

Planning COM
Dinsdag 18 juni: module 7 deel 2
Woensdag 19 juni: herhalingsles (geen SLB)
Vrijdag 21 juni: oefentoets


Dinsdag 25 juni: Toets Module 2, 6 en 7


Slide 26 - Slide

Wat is het verschil tussen een inhoudelijk en belangenconflict?

Slide 27 - Open question

Jos heeft een onvoldoende gekregen van zijn stagebegeleider bij de tussenevaluatie. Hij zegt tegen zijn klasgenoot:
'Ze zit altijd te zeuren dat ik het niet goed doe, dat ik slordig ben, dat ik me niet goed voorbereid. Nooit eens iets positiefs. Komt vast door mijn tatoeages, daardoor zal ze wel een hekel aan me hebben.' Jos gaat boos naar huis.
Wat voor conflict is dit?
A
Belangenconflict
B
Sociaal-emotioneel conflict
C
Inhoudelijk conflict

Slide 28 - Quiz

Waarom is het belangrijk om altijd conflicten in de professionele sfeer op te lossen?

Slide 29 - Open question

Een voorbeeld van een niet-effectieve conflicthanteringsstijl is...
A
samenwerken en oplossen
B
onderhandelen
C
aanpassen en toegeven
D
compromis zoeken

Slide 30 - Quiz

Leerdoelen module 7; H2
  • Je kunt uitleggen hoe je conflicten kunt voorkomen.
  • Je kunt uitleggen hoe je met verschillende soorten conflicten om moet gaan.
  • Je kunt uitleggen wat de aandachtspunten zijn van je eigen gedrag in conflictsituaties.
  • Je kunt uitleggen hoe je om kunt gaan met jouw professionele en persoonlijke grenzen in een conflictsituatie.
  • Je kunt uitleggen hoe je om kunt gaan met agressie.

Slide 31 - Slide

Grenzen
Het is belangrijk om jouw grenzen te bewaken en aan te geven. 
- Professionele grenzen --> beroepscode
- Persoonlijke grenzen --> wat zijn jouw eigen grenzen? 

  • Fysieke grenzen: jouw lichaam
  • Mentale grenzen: jouw normen en waarden
  • Emotionele grenzen: jouw gevoel

Door te luisteren naar je lichaam en goed te voelen wat er in bepaalde situaties in je lijf gebeurt, kun je ervaren waar je grenzen liggen. 



Slide 32 - Slide

Grenzen aangeven
Door assertief te zijn kom je op een rustige, zelfverzekerde manier op voor jouw belangen en behoeften, zonder dat je daarbij de belangen van een ander ontkent of schaadt.

Door subassertief te zijn durf je je grens niet aan te geven en laat je de belangen van een ander zwaarder wegen.

Door agressief te reageren, stel je je belangen en behoeften veilig en negeer of schaad je de belangen van een ander. Je probeert de ander te overheersen.

Door assertiviteit kom je eerder tot een compromis: je kent elkaars belangen!

Slide 33 - Slide

Omgaan met agressie

Je kunt als (persoonlijk) begeleider in de praktijk te maken krijgen met agressie van een cliënt en/of zijn naasten. 
Agressief gedrag: bewust of onbewust een ander emotioneel en/of fysiek pijn doen, schade toebrengen aan anderen, eigendommen of jezelf.

Verbale agressie en fysieke agressie.  Wat is het verschil? 
Agressief gedrag kan voortkomen uit:


  • angst;
  • pijn;
  • frustratie;
  • machteloosheid;
  • een manier om boosheid te uiten;
  • onbegrepen gedrag;
  • zich onveilig voelen;
  • een roep om hulp;
  • een reactie op onrecht;
  • een manier om aandacht te krijgen;
  • een symptoom van ziektebeelden;
  • een reactie op de begeleider.











Slide 34 - Slide

Omgaan met agressie
Cliënten hebben niet voor niets hulp/begeleiding. 
--> op zoek gaan naar de oorzaak van agressief gedrag.
Accepteren hoeft niet! Geef rustig je grens aan bij agressief gedrag. Wat doe je dan? 

  • Beoordeel de situatie door jezelf een aantal vragen te stellen, zoals: 
is de cliënt te kalmeren, heb ik hulp nodig, wat is de reden, hoe is mijn houding? 



Slide 35 - Slide

Omgaan met agressie
  • Zorg voor je eigen veiligheid (haal hulp of stoplichtmethode)
  • Vergroot de afstand tussen jezelf en de cliënt
  • Blijf rustig, vriendelijk en beheerst (neutrale blik)
  • Toon begrip voor de agressie
  • Geef als (persoonlijk) begeleider duidelijk aan wat je wilt en leg uit wat de situatie is. Zo nodig herhalen, grens bepalen, weglopen of hulp vragen
  • Ga niet in discussie en onderhandel niet
  • Benoem het gedrag van de ander en wat het met jou als (persoonlijk) begeleider doet
  • Bied de cliënt een andere manier aan om zijn agressie kwijt te raken, zonder schade aan te richten. Bijvoorbeeld door te stampen of in een kussen te slaan.

Zorg dat je de richtlijnen van jouw organisatie kent! En praat over agressie.






Slide 36 - Slide

Opdracht inleveren in Teams
  • Beschrijf een situatie waarin jij een grens voelde (fysiek, mentaal of emotioneel)
  • Wat heb je hiermee gedaan? Heb je het aangegeven? Zo ja, hoe? Zo nee, wat hield je tegen? 
  • Geef per aspect aan wat voor jou beslist een grens is als het gaat om (persoonlijk) begeleider zijn. Een fysieke grens, mentale grens en emotionele grens. Wat kan je tegen komen in je werk? 

In tweetallen:
  • Zoek de richtlijnen op het gebied van omgaan met agressie van één van jullie PEP plek uit en beschrijf deze. 

Slide 37 - Slide

Zelfstandig werken
Digitale leeromgeving: licentie 'communicatie en ondersteunen'
- Alle opdrachten Module 7 
- Begrijp je de theorie?’ H2

- Praktijksituatie module 7: Simone en Anja 
- Praktijksituatie module 6: meneer Jacobs

Alle opdrachten bekijken: module 2, 6 en 7 afmaken
(Opdrachten per hoofdstuk + per hoofdstuk 'begrijp je de theorie' + 1  praktijksituatie per module)

Slide 38 - Slide