Visie hoofdstuk 2

mail hoofdstuk 1 
m.olthof@hhs.nl
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MentorlesHBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

mail hoofdstuk 1 
m.olthof@hhs.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Visie op bewegen
hoofdstuk 2

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat hebben jullie
deze les nodig?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat weten jullie al over de substantiele visie op bewegen?

Slide 4 - Open question

Het substantiële lichaamsbeeld omvat de volgende bewegingsbeelden: het technisch– mechanische bewegingsbeeld en het biochemisch–fysiologische bewegingsbeeld. Je kijkt naar het lichaam als een machine die in beweging kan komen en kan blijven. Is het inzetten van de machine handig, gaat het goed of kan ik door middel van feedback dat ook nog verbeteren. (ideaaltypische beweging) Anatomie, fysiologie en spieren zijn belangrijk. > turnen

Jouw bewegingsopvatting
Wat is bewegen?

- Substantiële of relationele visie op bewegen

- bewegingshandeling, lichaamsbeweging en of bewegingsuitvoering 

- Bewegen, spelen en sporten

Slide 5 - Slide

Als je dit hoofdstuk uit gaat werken zijn er deze vier elementen die je toe moet lichten of moet beschrijven.
Je kan hier een lopend verhaal van maken, eventueel in verschillende alinea’s. Als je de ene vraag beantwoord kom je eigenlijk ook al snel terecht in termen of stukjes van de volgende. Want als je uitlegt wat bewegen voor jou is kom je al snel in lichaamsbeweging, uitvoering en/of handelingen.
Bij het uitleggen van jouw kijk op substantieel bewegen en relationeel bewegen kan je een praktisch voorbeeld geven. Wat is een substantiele kijk op bewegen – en wat vindt jij daarvan. En hetzelfde geldt voor het relationele visie.
Vandaag ga ik proberen deze twee termen uit te leggen in extreme versies. Dit zodat het verschil duidelijker wordt en je beter een keuze kan maken. De waarheid ligt natuurlijk een beetje in het midden.

Bewegingshandeling
Tamboer (1985): bewegingshandeling heeft drie onderling samenhangende noodzakelijke voorwaarden:

 - de betrokkenheid op de wereld, de intentionaliteit, moet primair op het verplaatsen gericht zijn (bijvoorbeeld springen => werkwoord
- de omgeving moet worden aangeduid in voor het verplaatsen relevante termen (bijvoorbeeld iets om mee te rollen, iets om over te springen)
de wijze van verplaatsen moet nader aangeduid worden in termen van tijd-ruimtelijke verhoudingen (zoals hard, snel, ver, omhoog etc.)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lichaamsbeweging


"...lichaamsbewegingen stellen wel zekere grenzen aan de uitvoering van bewegingshandelingen. En voorts kan men door een aanduiding van bepaalde lichaamsbewegingen een nadere karakterisering geven van hoe bewegingshandelingen moeten worden uitgevoerd" (Tamboer, 2001)

 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

aangepaste arrangementen
Spelen
Sporten
deelnemen op eigen wijze
cooperatief
standaard regels
speelse houding onder voorwaarden
competitief

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

schrijven hoofdstuk 2
ik kijk ondertussen naar jullie gemailde stukken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kunnen jullie voldoende aan de slag met het uitwerken van hoofdstuk 2?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

Concrete hulpvragen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

meenemen naar
de volgende les?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions