This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Oefentoets medisch rekenen
Slide 1 - Slide
Casus 1
Injecteren; insuline s.c.
Slide 2 - Slide
Aanwezig: 10 ml flacon Actrapid 100 IE/ml Voorschrift: 3x per dag 18 IE Actrapid per keer
1. Bereken hoeveel ml je per keer moet injecteren.
Slide 3 - Open question
Aanwezig: 10 ml flacon Actrapid 100 IE/ml Voorschrift: 3x per dag 18 IE Actrapid per keer
1. Bereken hoeveel ml je per keer moet injecteren.
A
0,18 ml
B
1,8 ml
C
180 ml
D
18 ml
Slide 4 - Quiz
Aanwezig: 10 ml flacon Actrapid 100 IE/ml Voorschrift: 3x per dag 18 IE Actrapid per keer
2. Voor hoeveel doseringen is de flacon Actrapid genoeg?
Slide 5 - Open question
Aanwezig: 10 ml flacon Actrapid 100 IE/ml Voorschrift: 3x per dag 18 IE Actrapid per keer
3. De arts schrijft 3 IE extra voor. Bereken hoeveel ml je moet bijspuiten?
Slide 6 - Open question
Casus 2
Injecteren
Slide 7 - Slide
Aanwezig: 8 ampullen Haldol met 1 mg/ml Voorschrift: 2x daags een injectie van 15 µg per kg lichaamsgewicht i.m. De zorgvrager weegt 80 kg. 1. Hoeveel ml geef je per injectie?
Slide 8 - Open question
Casus 3
Injecteren
Slide 9 - Slide
Aanwezig: 10 ampullen van 2 ml Vitamine B-complex 10 mg/ml Voorschrift: 1x per week een injectie i.m. met 15 mg Vitamine B-complex
1. Bereken hoeveel ml je per keer moet injecteren.
Slide 10 - Open question
Aanwezig: 10 ampullen van 2 ml Vitamine B-complex 10 mg/ml Voorschrift: 1x per week een injectie i.m. met 15 mg Vitamine B-complex
2. De arts verhoogd de dosis naar 20 mg per injectie. Bereken hoeveel ml je per keer moet injecteren.
Slide 11 - Open question
Casus 4
Injecteren
Slide 12 - Slide
Aanwezig: 20 ampullen van 4 ml Benzylpenicilline van 500.000 IE/ml. Voorschrift: 3 x per dag 1.500.000 IE Benzylpenicilline (Een ampul mag je maar één keer gebruiken)
1. Hoeveel ml geef je per keer?
Slide 13 - Open question
Aanwezig: 20 ampullen van 4 ml Benzylpenicilline van 500.000 IE/ml. Voorschrift: 3 x per dag 1.500.000 IE Benzylpenicilline (Een ampul mag je maar één keer gebruiken)
2. Voor hoeveel dagen is er medicatie in voorraad?
Slide 14 - Open question
Casus 5
Sondevoeding
Slide 15 - Slide
Aanwezig: 10 zakken sondevoeding van 0,5 liter Voorschrift: 1 liter sondevoeding per 24 uur
1. Hoeveel ml sondevoeding krijgt de zorgvrager per uur?
Slide 16 - Open question
Aanwezig: 10 zakken sondevoeding van 0,5 liter Voorschrift: 1 liter sondevoeding per 24 uur Na 6 uur is er 225 ml ingelopen.
2. Bereken of de inloopsnelheid klopt?
Slide 17 - Open question
Aanwezig: 10 zakken sondevoeding van 0,5 liter Voorschrift: 1 liter sondevoeding per 24 uur De zorgvrager gaat 2 hele dagen naar huis.
3. Hoeveel zakken sondevoeding moet de zorgvrager meenemen?
Slide 18 - Open question
Casus 6
Sondevoeding
Slide 19 - Slide
Aanwezig: 14 flessen sondevoeding van 500 ml Voorschrift: 750 ml sondevoeding per dag, verdeeld over 3 gelijke porties
1. Hoeveel ml geef je per portie?
Slide 20 - Open question
Casus 7
Zuurstof
Slide 21 - Slide
Aanwezig: 20 liter cilinder, waarvan de manometer op 80 bar staat Voorschrift: 2 liter zuurstof per minuut
1. Hoeveel liter zuurstof bevat de cilinder?
Slide 22 - Open question
Aanwezig: 20 liter cilinder, waarvan de manometer op 80 bar staat Voorschrift: 2 liter zuurstof per minuut
2. Hoeveel uren en minuten zuurstof kan met deze cilinder gegeven worden?
Slide 23 - Open question
Aanwezig: 20 liter cilinder, waarvan de manometer op 80 bar staat Voorschrift: 2 liter zuurstof per minuut
3. Bereken of er voldoende zuurstof is voor een uitstapje van 6 uur.
Slide 24 - Open question
Aanwezig: 20 liter cilinder, waarvan de manometer op 80 bar staat Voorschrift: 2 liter zuurstof per minuut
4. 3 uur na het starten met de toediening van de zuurstof, staat de manometer op 30 bar. Bereken of dit klopt.