Seksualiteit

Paragraaf 7: Seksualiteit
3TL
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Paragraaf 7: Seksualiteit
3TL

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je kunt functies van seksualiteit noemen en verschillende opvatting, normen en waarden daarover omschrijven. 

Slide 2 - Slide

Functies seksualiteit
Seksueel gedrag: Alle vormen van seksueel contact, alleen of met een partner

Voor de voortplanting: je wilt samen een kind.
Voor lustbeleving: plezier en  opwinding.
Andere manieren om seks te hebben:
- Masturbatie (zelfbevrediging) -> Orgasme (klaarkomen)

Slide 3 - Slide

Seksuele oriëntatie 
Tot wie voel je je aangetrokken?

Slide 4 - Slide

Homo-seksueel
Wanneer iemand seksuele gevoelens heeft voor iemand van hetzelfde geslacht

Slide 5 - Slide

Hetero-seksueel
Wanneer iemand seksuele gevoelens heeft voor iemand van andere geslacht

Slide 6 - Slide

Bi-seksueel
Wanneer iemand seksuele gevoelens heeft voor iemand van andere geslacht en van hetzelfde geslacht

Slide 7 - Slide

Gender vs geslacht
Bij geslacht (of sekste) gaat het over je lichamelijke kenmerken.
Bij gender gaat het over ideeën over hoe je moet opgroeien.
De rol die een jongen of meisje krijgt, vaak is dat cultuur bepaald. 
 Bijvoorbeeld jongens spelen met auto's en meiden met poppen.  Dan is er nog transgender. Je gevoel komt niet overeen met je geslacht.

Slide 8 - Slide

Hoeveel verschillende
genders kun je benoemen?

Slide 9 - Mind map

Verschillende genders
  • Cisgender: Iemand van wie de genderidentiteit overeenkomt met het bij de geboorte toegewezen geslacht.
  • Transgender: Een overkoepelende term voor mensen bij wie het toegewezen geboortegeslacht niet of niet helemaal overeen komt met hun genderidentiteit.
  • Non-binair: Een persoon van wie de gender en/of genderexpressie buiten de hokjes ‘man’ of ‘vrouw’ valt.
  • Intergender: Intersekse mensen die geboren zijn met een lichaam dat niet voldoet aan de normatieve definitie van ‘man’ of ‘vrouw’, en die zowel mannelijke als vrouwelijke lichamelijke kenmerken vertonen.
  • Agender: Iemand zonder genderidentiteit.

Slide 10 - Slide

Wat is huiswerk
B8 Maken opdracht 4 t/m 7 [blz 138 t/m 140]
B7 1 t/m 4 [blz 129 t/m 131]

Slide 11 - Slide