What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoorden d en t?
Nederlands
In het Nederlands ontstaat er vaak verwarring als het gaat om het gebruik van de
t
aan het eind van een persoonsvorm.
Veel mensen denk dat er een
d
achter de stam van het werkwoord komt of soms zelfs
dt
, maar er kan alleen maar een
t
achter komen.
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
15 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
In het Nederlands ontstaat er vaak verwarring als het gaat om het gebruik van de
t
aan het eind van een persoonsvorm.
Veel mensen denk dat er een
d
achter de stam van het werkwoord komt of soms zelfs
dt
, maar er kan alleen maar een
t
achter komen.
Slide 1 - Slide
Nederlands
De gouden regel is eigenlijk heel eenvoudig:
Er kan bij een persoonsvorm alleen maar een
t
achter de
stam
komen, meer niet!
Slide 2 - Slide
Nederlands
Een paar begrippen moet je weten:
de stam van het werkwoord = het werkwoord min en
werken; de stam is dus werk
de persoonsvorm = de vorm van het werkwoord die bij het ik-jij-hij rijtje hoort.
Slide 3 - Slide
Nederlands
Als je de stam van het werkwoord hebt gemaakt, kijk je welke persoon erbij hoort en zet je de
t
neer waar dat moet.
de
t
krijg je alleen bij
jij,
hij
,
zij
,
u
,
men
en
het
Slide 4 - Slide
Worden
stam = werk
ik word
jij
word
t
hij/zij/u/het/men
word
t
wij worden
jullie worden
zij worden
Slide 5 - Slide
Werken
stam = werk
ik werk
jij
werk
t
hij/zij/u/het/men
werk
t
wij werken
jullie werken
zij werken
Slide 6 - Slide
Worden
Veel mensen raken in de war omdat worden al op een
d
eindigt en dan gaan ze twijfelen; moet er nu wel of geen
t
achter?
Slide 7 - Slide
Worden
Ezelsbruggetje:
gebruik het woord
kijken
of
werken
. Komt er daar een
t
achter, dan krijg je die bij
worden
en andere werkwoorden die op een
d
eindigen ook.
Slide 8 - Slide
Worden
Ezelsbruggetje:
gebruik het woord
kijken
of
werken
. Komt er daar een
t
achter, dan krijg je die bij
worden
en andere werkwoorden die op een
d
eindigen ook.
Slide 9 - Slide
Opgepast
Als een werkwoord een voltooid deelwoord is (een ge-woord), dan moet je het langer maken om te kijken of het op een
d
of een
t
eindigt.
Slide 10 - Slide
Opgepast
Ik heb mijn auto gerepareer
d
.
De gerepareer
d
e auto
Wij hebben gisteren een
nieuwe
auto gekoch
t
.
De gekoch
t
e auto
Slide 11 - Slide
Verleden tijd
Soms lijkt het of je een dubbele
t
of een dubbele
d
krijgt, maar dat is niet zo. Dat lijkt een heel lastig probleem, maar dat valt mee.
Slide 12 - Slide
Verleden tijd
Als een je een werkwoord in de verleden tijd zet kan dat door er:
de
te
achter te zetten.
Slide 13 - Slide
Verleden tijd
Zij lik
te
een het ijsje.
Het kost
te
weinig tijd om het ijsje op te eten.
Hij klaag
de
over de vertraging.
Hij land
de
te laat op Schiphol
Slide 14 - Slide
Verleden tijd
Het lijkt of er dubbel
d
of dubbel
t
staat, maar eigenlijk zet je er alleen maar de of te achter.
Je moet dus niet te veel letten op de laatste letter van de stam van het werkwoord, want dan raak je in de war.
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Les1
March 2023
- Lesson with
12 slides
Engels
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
July 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
June 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
September 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
10 days ago
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs