3.2 Genen

Genen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Genen

Slide 1 - Slide

Planning

Leerdoelen
Uitleg
Opdrachten
Check leerdoelen
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype betekenen.

Slide 3 - Slide

Gen
Een stukje DNA dat de code voor een  erfelijke eigenschap draagt noemen we een GEN.

Allel = invulling van gen. Ieder gen heeft twee allelen.

Voorbeeld van erfelijke eigenschappen:
haarkleur (blond, zwart, rood)
haarstijl (krullend of steil)
oogkleur (blauw, bruin, groen)

Slide 4 - Slide

Gen & Allel

Slide 5 - Slide

Homozygoot

Hetzelfde


de 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzelfde


Slide 6 - Slide

Heterozygoot

Verschillend


de 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn verschillend

Slide 7 - Slide

Dominant of recessief
Het gen wat bij een heterozygoot genotype tot uiting komt is dominant
Dominant gen = Bruin haar
Recessief gen = Blond haar

Slide 8 - Slide

Welke haarkleur heeft deze persoon?
zwart= dominant:bruin, Wit=recessief:blond

w

Slide 9 - Slide

DUS
Als er een dominant gen aanwezig is komt die tot uiting in het fenotype (uiterlijk)

Slide 10 - Slide

Voorspellingen doen
Hiervoor gebruiken we letters.

 
Dominant allel is in hoofdletter geschreven bijv. (B)

Recessief allel is in kleine letter geschreven bijv. (b)

Slide 11 - Slide

aa
Aa
aa
Aa
aa
Aa
Aa
AA/Aa
aa

Slide 12 - Slide

Intermediair fenotype

Slide 13 - Slide

Dominant/Recessief

Gebruik hoofdletters en kleine letters

AA
Aa
aa
Intermediair

Gebruik hoofdletters met subscript (zoals bij scheikunde)
ArAr
ArAw
AwAw

Slide 14 - Slide

Vragen?

Slide 15 - Slide

Maken van de opdrachten
Th. 3.2 Genen

Opdracht 1 tm 7 in het boek

Klaar? Maak de test jezelf 


Slide 16 - Slide