6.3: kleding kopen

6.3: kleding kopen
Aan het einde van de les kan je naar de kledingwinkel om kleding te kopen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

6.3: kleding kopen
Aan het einde van de les kan je naar de kledingwinkel om kleding te kopen.

Slide 1 - Slide

Wat draagt Brinesh?
A
Broek en vest
B
Jurk en vest
C
Trui en jas
D
Shirt en rok

Slide 2 - Quiz

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 3 - Quiz

Welk lidwoord?
...............zee
A
de
B
het

Slide 4 - Quiz

Vul het goede lidwoord in.....
arm
A
De
B
Het

Slide 5 - Quiz

het feest
Op koningsdag viert heel Nederland feest.

Er is
- muziek
- vrijmarkt
- kraampjes

Slide 6 - Slide

de kleding

Slide 7 - Slide

de maat en het merk
Welke maat hebt/heeft u?
Ik heb maat 44.
Hebt u hem in een grotere maat?
Dit is de grootste maat van dit model.
Welk merk zoekt u?
Ik ben niet op zoek niet naar een speciaal merk.
Hebt/heeft u deze broek ook in het blauw?

Slide 8 - Slide

dragen
De bruid draagt een witte jurk.
passen
Je kunt de kleren passen in de paskamer.

Slide 9 - Slide

trouwen
  • als twee mensen trouwen, zeggen ze officieel dat ze bij elkaar blijven
  • werkwoord
  • zin: Morgen gaat mijn broer trouwen

Slide 10 - Slide

de bloes
Dit draag je op school of op een mooie feest. 

Zin: Ik draag vaak een bloes. 

Slide 11 - Slide

passen
  • aantrekken en kijken of het de juiste maat heeft 
  • werkwoord: ik pas, hij past, jullie passen
  • Zin: De vriendinnen passen kleding in de H&M. 

Slide 12 - Slide

Het werkwoord mogen

ik mag
jij/je mag
u mag
hij/zij mag
wij mogen
jullie mogen
zij mogen 



Zin: Ik mag naar de WC van juf Arslan.

Slide 13 - Slide

Iemand die werkt op de plaats waar je bent. 

Zin: Ik ben een medewerker van Action. 

De medewerker

Slide 14 - Slide

de knoop - de knopen

Slide 15 - Slide

Waar zie je de bloes?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Maak een zin.
timer
1:00

Slide 17 - Open question

Maak een zin.
timer
1:00

Slide 18 - Open question