5. Hart- en vaatziekten
1 / 28
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
1) Kleine bloedsomloop =
Hart - - hart
2) Grote bloedsomloop =
Hart - - hart
hele lichaam
longen
Slide 6 - Drag question
In de afbeelding is een doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit
Slide 7 - Drag question
Van:
Naar:
Slagader
Ader
Hart
Hart
Orgaan
Orgaan
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Hartinfarct
Slagaderverkalking
Herseninfarct
Te hoge bloeddruk
Sleep de afbeeldingen naar de juiste hart-en vaatziekte
Slide 24 - Drag question
Hoe kun je hart- en vaatziekten voorkomen?
WEL doen
roken
ontspannen
lichaamsbeweging
weinig alcohol
veel verzadigd vet
stress
Slide 25 - Drag question
Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
rode bloedcel
B
witte bloedcel
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma
Slide 26 - Quiz
Welk orgaan helpt bij het constant houden van je bloed door
ZUURSTOF BLOED IN
KOOLSTOFDIOXIDE BLOED UIT
ZUURSTOF BLOED IN
KOOLSTOFDIOXIDE BLOED UIT
A
Dunne darm
B
Longen
C
Nieren
D
Huid
Slide 27 - Quiz
Ader
Slagader
Haarvat
