bezit vnw

Wiederholung
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Wiederholung

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
Wiederholung 

Slide 2 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 3 - Slide

Wat zijn de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.
A
ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie
B
mein(e), dein(e), sein(e), unsere(e), eure/euer, ihr(e), Ihr(e)
C
mich, dich, ihn, sie, uns, euch, sie/Sie
D
der, die, das, die

Slide 4 - Quiz

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD

Dat is hun huis.
A
Das ist Ihr Haus.
B
Das ist ihr Haus.

Slide 5 - Quiz

Wanneer krijgt het bezittelijk voornaamwoord een -E?
A
mannelijk
B
onzijdig
C
vrouwelijk
D
vrouwelijk en meervoud

Slide 6 - Quiz

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Zimmer (o)
A
mein
B
meine

Slide 7 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord
(mijn) Vater hat Geburtstag.
A
meine
B
mein

Slide 8 - Quiz

het bezittelijk voornaamwoord:
Das ist _____ (haar) Freund
A
ihr
B
ihre

Slide 9 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
jullie (Haus)
A
sein
B
ihr
C
euer/eure
D
dein

Slide 10 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: jouw
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 11 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin.
A
meine
B
seine
C
ihre
D
eure

Slide 12 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Das ist ( uw) Haus.
A
ihr
B
Ihre
C
ihre
D
Ihr

Slide 13 - Quiz

Kapitel 7: BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD

..... beste Freundin
A
sein
B
seine

Slide 14 - Quiz

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Sind das (zijn)…... Bücher?


A
seine
B
meine
C
sein
D
mein

Slide 15 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
jouw _______ Mutter
A
ihre
B
ihr
C
dein
D
deine

Slide 16 - Quiz

De vorm ihr heeft 3 betekenissen.
Welke zijn dit?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Kloktijden
Ik kan de kloktijden in het Duits
uitschrijven

Slide 19 - Slide

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 09:00 uur
Uhrzeit
1/8

Slide 20 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 12:15
Uhrzeit
2/8

Slide 21 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 07:30
Uhrzeit
3/8

Slide 22 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 12:50
Uhrzeit
4/8

Slide 23 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 14:20
Uhrzeit
5/8

Slide 24 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 16:40
Uhrzeit
6/8

Slide 25 - Open question

Redemittel schreiben wiederholung
Op 3 september vier ik mijn verjaardag
Ik wil je graag op mijn feestje uitnodigen
Het feest begint om 20 uur. Kom je ook!
Bedankt voor de uitnodiging
Ik kom graag naar je toe
Ik heb helaas geen tijd
Van harte gefeliciteerd met je verjaardag
Ik wens je een mooi feest

Slide 26 - Slide

Lesen

Slide 27 - Slide

Tijd over gimkit

Slide 28 - Slide

Kapitel 7: BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD

..... Klassenlehrer
A
unser
B
unsere

Slide 29 - Quiz