This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5.2 Klimaten en landschapszones
Herhaling domein Aarde
Stof 4v (par. 7)
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Verschillende klimaten
Slide 3 - Slide
Verschillende klimaten:
Afhankelijk van:
Breedteligging
Hoogteligging
Ligging t.o.v. de zee (|+ windrichting)
Oriëntatie van gebergten
Zeestromen
Slide 4 - Slide
Hooggebergte klimaat
Slide 5 - Slide
Op de top van deze berg is het 3 graden C?
Je staat nu 3300 meter lager, ...... (volgende dia)
Slide 6 - Slide
Op de top van deze berg is het 3 graden C? Je staat nu 3300 meter lager, wat is de temperatuur in het dal?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Welke helling schijnt ze zon
A
zuidhelling
B
noordhelling
Slide 9 - Quiz
teken een berg aan de kust
-aanlandige wind
-regenschaduw
lij/loefzijde
Slide 10 - Slide
Köppen?
Combinatie van welke gegevens?
Slide 11 - Slide
Klimaatgrafieken
Weergave van het klimaat van een plaats
Slide 12 - Slide
Landschapszones
Ligging landschapszones ≈ klimaatgebieden
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
IJstijd
Glaciaal: periode waarin de temperatuur op aarde lager is dan nu
Slide 15 - Slide
Klimaatverandering
In geschiedenis constante afwisseling van glacialen (ijstijden) en interglacialen (tussen ijstijden)
Slide 16 - Slide
Oorzaak
ligging continenten
De Milankovic variabelen
Slide 17 - Slide
Ligging van de continenten
Randvoorwaarden:
Antarctica op de zuidpool
Continenten in krans rond Noordpool
Sluiting Noord en Zuid-Amerika bij Panama
Slide 18 - Slide
Milankovic variabelen
excentriciteit
scheefheid aardas
precessie
Slide 19 - Slide
Scheefheid aardas
hoe schever de aardas, hoe groter de verschillen tussen de seizoenen
varieert op tijdschaal van 41.000 jaar
Slide 20 - Slide
Excentriciteit
baan van de aarde rondom de zon
mate van cirkelvormigheid
varieert op tijdschaal van 100.000 jaar
Slide 21 - Slide
Precessie
tollende beweging van de aarde
tolt meer of minder
varieert op een tijdschaal van 23.000 jaar
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Terugkoppelingsmechanismen
Zodra afkoeling is ingezet, wordt deze versterkt door bijvoorbeeld:
verstoring thermohaliene circulatie; stop toevoer warme zeestroom naar noorden
droogvallen ondiepe zeeën door opslag water in ijskappen
opnemen CO2 door actievere plankton
Slide 24 - Slide
Resultaat
Slide 25 - Slide
Opdrachten
Klimaatgrafieken
Klaar? Maak hoofdstuk 5 par. 2
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Drag question
In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar. Noem de geofactor waardoor dit verschil wordt veroorzaakt.
Slide 29 - Open question
Rondom de evenaar valt in het oosten van Afrika minder neerslag dan in het westen. Leg met kaartblad 178 uit dat de bodemaantasting door afstromend water rondom de evenaar in het oosten van Afrika toch groter is dan in het westen. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 30 - Open question
Een van de natste plaatsen in Afrika is de stad Douala in Kameroen. Het hele jaar door valt hier veel neerslag. In de periode mei-augustus is de hoeveelheid neerslag echter nog groter dan in de overige maanden. Geef eerst aan waardoor in Douala het hele jaar door veel neerslag valt.
Slide 31 - Open question
Beschrijf vervolgens het ontstaan van de nog grotere hoeveelheid neerslag in Douala in de periode mei-augustus.