This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Landschapszones
Naar SE2
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Geofactoren: Invloeden op landschap
Gesteente & Reliëf
Klimaat & Lucht
Bodem
Water
Planten & Dieren
Mens
Slide 4 - Slide
Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride zone
Tropische zone
Deze landschapszone is het gebied tussen de keerkringen.
In deze zone valt zo weinig neerslag en is de verdamping zo hoog dat er geen vegetatie kan groeien.
Het is er iets koeler dan in de tropische zone. Er komt mediterrane plantengroei voor met altijd groene naaldbomen en bladverliezende loofbomen.
Er heerst een vochtig klimaat. Het wordt er niet ijskoud, en ook niet heel warm. Er groeien naaldbomen, bladverliezende loofbomen en er komen steppen (prairies) voor.
Er komen taiga’s met homogeen bos voor en toendra’s. In toendra’s ontdooit alleen de bovenlaag van de bodem in de zomer en er groeien geen bomen.
Landschapszone waar het nooit warmer dan 10 °C wordt. Het is er te koud voor bomen; er groeien alleen struikachtige planten.
Slide 5 - Drag question
Geofactor bodem
Verschil tussen grond en bodem?
Slide 6 - Slide
Geofactor bodem
Bodem=deel van de grond waaruit planten voedinsstoffen halen
Gelaagdheid:
-tijd
-klimaat
-vegetatie
-bodemleven
-moedermateriaal
Slide 7 - Slide
Gelaagdheid --> horizonten
Humuslaag
Uitspoelingslaag
Inspoelingslaag
Moedermateriaal
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Podzol
Latosol
Woestijnbodem
Zwarte Aarde
Slide 10 - Poll
Opdracht landschappen Afrika
-Gebruik de atlas
-Kaart Aarde - Oorspronkelijke Plantengroei
-Combineer foto's met locaties
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Foto A
Foto B
Foto C
Foto D
Foto E
Slide 14 - Drag question
In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen evenwijdig aan de evenaar in horizontale lijnen. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder duidelijk. Noem de geofactor waardoor dit verschil wordt veroorzaakt.
Slide 15 - Open question
Gebruik de atlas. Rondom de evenaar valt in het oosten van Afrika minder neerslag dan in het westen. Leg met kaartblad 178 uit dat de bodemaantasting door afstromend water rondom de evenaar in het oosten van Afrika toch groter is dan in het westen. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 16 - Open question
Een van de natste plaatsen in Afrika is Douala in Kameroen. Hier valt het hele jaar veel neerslag, maar in de periode mei t/m augustus regent het extra veel. Geef eerst aan waardoor in Douala het hele jaar door veel neerslag valt. Beschrijf vervolgens het ontstaan van de nog grotere hoeveelheid neerslag in Douala in de periode mei-augustus.