3.1: Landschapszones

Landschapszones
Naar SE2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Landschapszones
Naar SE2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Geofactoren: Invloeden op landschap
Gesteente & Reliëf
Klimaat & Lucht
Bodem
Water
Planten & Dieren
Mens

Slide 4 - Slide

Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride zone
Tropische zone
Deze landschapszone is het gebied tussen de keerkringen. 
 In deze zone valt zo weinig neerslag en is de verdamping zo hoog dat er geen vegetatie kan groeien. 
Het is er iets koeler dan in de tropische zone. Er komt mediterrane plantengroei voor met altijd groene naaldbomen en bladverliezende loofbomen.
Er heerst een vochtig klimaat. Het wordt er niet ijskoud, en ook niet heel warm. Er groeien naaldbomen, bladverliezende loofbomen en er komen steppen (prairies) voor.
Er komen taiga’s met homogeen bos voor en toendra’s. In toendra’s ontdooit alleen de bovenlaag van de bodem in de zomer en er groeien geen bomen. 
Landschapszone waar het nooit warmer dan 10 °C wordt. Het is er te koud voor bomen; er groeien alleen struikachtige planten. 

Slide 5 - Drag question

Geofactor bodem
Verschil tussen grond en bodem?

Slide 6 - Slide

Geofactor bodem
Bodem=deel van de grond waaruit planten voedinsstoffen halen
Gelaagdheid:
-tijd
-klimaat
-vegetatie
-bodemleven
-moedermateriaal

Slide 7 - Slide

Gelaagdheid --> horizonten
Humuslaag
Uitspoelingslaag
Inspoelingslaag
Moedermateriaal

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


Podzol
Latosol
Woestijnbodem
Zwarte Aarde

Slide 10 - Poll

Opdracht landschappen Afrika
-Gebruik de atlas
-Kaart Aarde - Oorspronkelijke Plantengroei
-Combineer foto's met locaties

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Foto A
Foto B
Foto C
Foto D
Foto E

Slide 14 - Drag question

In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen
evenwijdig aan de evenaar in horizontale lijnen. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder
duidelijk.
Noem de geofactor waardoor dit verschil wordt veroorzaakt.

Slide 15 - Open question

Gebruik de atlas.
Rondom de evenaar valt in het oosten van Afrika minder neerslag dan in
het westen.
Leg met kaartblad 178 uit dat de bodemaantasting door afstromend water
rondom de evenaar in het oosten van Afrika toch groter is dan in het
westen.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 16 - Open question

Een van de natste plaatsen in Afrika is Douala in Kameroen. Hier valt het hele jaar veel neerslag, maar in de periode mei t/m augustus regent het extra veel. Geef eerst aan waardoor in Douala het hele jaar door veel neerslag valt.
Beschrijf vervolgens het ontstaan van de nog grotere hoeveelheid
neerslag in Douala in de periode mei-augustus.

Slide 17 - Open question