Maandag 4 nov lowan kleding/huis

• NT2
• ISK

Maandag 4 november 2024

Hoe voel je je vandaag?

Wat gaan we doen?

Praten over de vakantie

praten over seizoenen 

Klanken herhalen i-ie-e-ee

Thema 5: kleding starten

Oefeningen lezen/schrijven 5.1 

Woorden bij kleding

Wat doet hij?

Hij...

Wat doe jij?

Ik ...

Wat doen jullie? 

Wij ...

Tegenstellingen

Hoe laat is het?

Hoe laat is het?

Hoe laat is het?

Hoe laat is het?

Hoe laat is het?

1. Het is half vier
2. Het is half drie
3. Het is twee uur
4. Het is vier uur

Oefenen met Wordwall

Ik ..... de koffie in het kopje.

1. schenk
2. schenken
3. schenkt

Hij .... honger. Hij wil eten.

1. heeft
2. heb
3. hebt
4. hebben

We ...... een nieuwe broek.

1. koop
2. koopt
3. kopen
4. koopen

Hij ..... in zijn nieuwe sportkleding.

1. rent
2. rennen
3. rennt
4. reent

Ik ..... de bal naar mijn broer.

1. gooit
2. gooien
3. gooi
4. gooie

Mijn broer .... de bal.

1. vang
2. vangt
3. vangen
4. vanget

Ik .... mijn broek ....

1. trek ... aan
2. trekt ... aan
3. trekken ... aan

In de zomer .... we in de zee.

1. zwem
2. zwemt
3. zwemmen

Ik ..... de koffie in het kopje.

1. schenk
2. schenken
3. schenkt

Ik ... 2 boterhammen in mijn tas.

1. heef
2. heeft
3. hebben
4. heb

Hij .... honger. Hij wil eten.

1. heeft
2. heb
3. hebt
4. hebben

Wij .... elke dag koffie.

1. drink
2. drinkt
3. drinken

Ik .... een nieuwe broek in de kledingwinkel. (kopen)

Hij ... door het park. (rennen)

Ik .... erg honger. (hebben)

Mijn broer .... ook honger. (hebben)

De leerlingen .... naar de meester.(luisteren)

We .... moe van de les. (zijn)

Anna .... geen pen. (hebben)

Ik .... graag in de zee.

Om 8:00 uur ..... ik mijn kleren ..... (aantrekken)

Wat is het nieuwe thema?

• de deur

• de trap

• de tuin

de woonkamer

Het huis

                                                                                                                                                                                Welke woorden kennen jullie al? Schrijf                                    samen zo veel mogelijk woorden op!

Woorden

Begin met je Lowanleesboekje!

Kijk naar de zinnen van p. 5. Welke past bij het plaatje?

Vertel over je droomhuis...