DEF@ctO | VO2 | les 17 | deel 1 | luisteren
1 / 26
Introduction
Doel: ik kan informatie uit een luisterfragment halen en hierover praten. Ik kan korte telefoongesprekjes houden: afspraken maken, afzeggen en uitstellen.
Instructions
De lesstof van les 17 & 18 zijn onder andere gebaseerd op les 9 van Vlot Nederlands
Thema: kunst (tentoonstellingen, een bekroonde animatie, Han van Meegeren, vervalsen)
De les start met een gezamenlijk woordweb over ‘kunst’. Waar denk e aan bij het woord ‘kunst’?
Daarna geven de leerlingen een korte presentatie. Ze mogen kiezen uit twee thema’s:
- Welke schilders of beeldhouwers heeft jouw land voortgebracht? óf
- Zijn er beroemde musea?
Ze krijgen 5 minuten voorbereidingstijd en presenteren vervolgens in tweetallen aan elkaar de presentatie. Elke presentatie duurt 2 minuten. Ze moeten die tijd volpraten. De ander mag vragen stellen.
De les gaat verder over tentoonstellingen. Eerst kijken ze naar een korte video van Clipphanger: Wie was Pablo Picasso? https://youtu.be/Gcoe8LH5X20
Vervolgens start de luisteropdracht:
De schilderijen van Enrique
• Eerst luisteren de leerlingen naar een audiofragment
• vervolgens lezen ze de luistervragen
• dan luisteren ze nog een keer naar het audiofragment
• Ze beantwoorden de luistervragen
• Ze lezen de tekst van het audiofragment
• Ze beantwoorden de leesvragen
Daarna oefenen de leerlingen met korte telefoongesprekjes rondom het maken, afzeggen en verzetten van afspraken.
Er worden 3 uitdrukkingen met ‘het oor’ aangeleerd en eerder aangeleerde uitdrukkingen geoefend.
In NUMO kan je uitdrukkingen met ‘oor’ laten oefenen:
Uitdrukkingen 1F-2F G oor
1 Oor (8 min.)
2 Oor in beeld (6 min.)
3 Werkwoord koppelen 7 (4 min.)
4 Woorden plaatsen 7 (4 min.)
5 Betekenis koppelen 7 (3 min.)
6 Betekenis kiezen 7 (3 min.)
7 Situaties 7 (9 min.)
Instructions
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Bron afbeelding.
Slide 2 - Slide
Bespreek de doelen van deze les.
Bron afbeelding:
Waar denk je aan bij: kunst?
kunst
Slide 3 - Mind map
De leerlingen schrijven woorden op waaraan zij denken bij ' kunst'.
Voorkennis oproepen.
Bron afbeelding.
Slide 4 - Slide
Lees samen de opdracht.
Slide 5 - Slide
Lees samen de uitleg. Vraag naar de ervaring van de leerlingen met tentoonstellingen.
Bron afbeelding.
Slide 6 - Slide
Kijk samen naar de video over Picasso.
Slide 7 - Slide
Lees samen de uitleg hoe we in stappen het audiofragment gaan aanpakken.
Je kan de luistervragen mondeling in de klas laten beantwoorden.
Je kan ze ook op de volgende dia's laten beantwoorden.
Slide 8 - Slide
Luisteren zonder aantekeningen te maken. De volgende dia laat het luisterfragment nogmaals horen. Dan pas worden aantekeningen gemaakt.
Slide 9 - Slide
Luistervragen 1 Ze vraagt hem naar de prijzen van de schilderijen. 2 Hij houdt van figuratieve kunt, niet van abstracte kunst. Een onderwerp dat hij graag
schildert, is het leven buiten. 3 Hij komt uit Argentinië. 4 tot en met zaterdag, nog vier dagen, 5 nee, 6 Hij heeft ook een baan als tekenleraar op een middelbare school. 7 Ze heeft zo een andere afspraak.
Wat vraagt Suzanne Broekhuizen aan Enrique Goméz?
Slide 10 - Open question
Antwoord: ze vraagt hem naar de prijzen van de schilderijen.
Wat vertelt Enrique aan Suzanne over zijn werk?
Slide 11 - Open question
Antwoord: hij houdt van figuratieve kunt, niet van abstracte kunst. Een onderwerp dat hij graag schildert, is het leven buiten.
Uit welk land komt Enrique oorspronkelijk?
A
Brazilië
B
Argentinië
C
Peru
D
Spanje
Slide 12 - Quiz
Antwoord: B Argentinië
Hoe lang duurt de tentoonstelling nog?
Slide 13 - Open question
4 tot en met zaterdag, nog vier dagen,
Verdient Enrique met zijn schilderijen genoeg om van te leven?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Antwoord: B nee
Hoe zorgt Enrique voor voldoende geld om van te leven?
Slide 15 - Open question
Antwoord: hij heeft ook een baan als tekenleraar op een middelbare school.
Waarom vertrekt Suzanne plotseling?
Slide 16 - Open question
Antwoord: ze heeft zo een andere afspraak.
Slide 17 - Slide
Eerst ieder voor zich - daarna klassikaal met beurtstokjes'
1 Figuratieve kunst is concreet, je kunt de onderwerpen goed herkennen. Abstracte kunst geeft geen herkenbare objecten uit de werkelijkheid weer. 2 door de verandering van het klimaat, 3 Een galerie is een soort kunstwinkel. De exposities in een galerie zijn bedoeld om de kunst die er te zien is te verkopen.
De kunst die je in een museum bekijkt, kun je niet kopen. Het doel van
musea is om kunst toegankelijk te maken voor het publiek. 4 tentoonstelling, 5 het geld waarvan je leeft, het salaris, het loon, 6 Ik vond het leuk om u te leren kennen / te ontmoeten.
Slide 18 - Slide
Lees samen de uitleg.
Bron afbeelding.
Slide 19 - Slide
Open in Wordwall het spel.
Leerlingen voeren korte gesprekjes waarbij ze gebruik maken van de agenda op deze dia.
Slide 20 - Slide
Leer de uitdrukkingen met 'oor'.
Slide 21 - Slide
De leerlingen maken eerst de opdracht in het boek. Daarna oefenen ze nog een keer met de uitdrukkingen op de volgende dia.
Slide 22 - Slide
De leerlingen oefenen nog een keer met de uitdrukkingen op Wordwall.
bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 124-125.
Hoeveel uitdrukkingen had je gevonden?
Slide 23 - Poll
This item has no instructions
Slide 24 - Slide
This item has no instructions
Slide 25 - Slide
This item has no instructions
Slide 26 - Slide
Bezoek ook onze website:
