Les 7 - Lezen

Les 7 - Lezen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 7 - Lezen

Slide 1 - Slide

Programma
  • Lesdoelen
  • Nulmetingen & aangepaste planning
  • Canvas & Taalblokken
  • Theorie: Verkennend lezen
  • Opdrachten uit Taalblokken

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Tijdens / na deze les:

  • Ben je startklaar met Taalblokken.
  • Kan je verschillende tekstdoelen en -soorten uit elkaar halen en de verschillen benoemen.
  • Weet je hoe je de leesstrategie verkennend lezen moet toepassen.

Slide 3 - Slide

Aangepaste planning

Slide 4 - Slide

Canvas
  • Wie heeft er nog geen toegang tot de tegel van Nederlands met de naam 'NED-LJ1-SD-23/24' op Canvas?
  • Wie is er de afgelopen week gewisseld van klas?
  • Wie begint nu aan de studie?

Slide 5 - Slide

Taalblokken [1]
  • Heeft iedereen Taalblokken aangeschaft die geen recht heeft op versneld examen doen of zicht op een vrijstelling?
  • Zo niet, schaf Taalblokken z.s.m. aan.
  • Ga naar: https://cutt.ly/sd2023. 
  • Indien er een goede reden is waarom je het nog niet hebt kunnen aanschaffen, stuur mij dan even een privébericht via MS Teams.

Slide 6 - Slide

Taalblokken [2]
  • Wel Taalblokken aangeschaft?
  • Voeg jezelf toe aan de juiste klas door invoer van de klassencode op Taalblokken.nl:

IO-SD-2390A: 340398
IO-SD-2390B: 629518
IO-SD-2390C: 667542

Slide 7 - Slide

Tekstsoorten
Er zijn vier verschillende tekstsoorten: 
  • informatieve teksten
  • betogende teksten
  • instructieve teksten
  • verhalende teksten. 
Als je die leert (her)kennen, begrijp je sneller waar een schrijver op uit is:

Slide 8 - Slide

Informatieve teksten [1]
  • Voorbeelden van informatieve teksten zijn teksten in schoolboeken of artikelen in kranten of op nieuwssites. 
  • Het tekstdoel is jou ergens over informeren, informatie overbrengen.

Slide 9 - Slide

Informatieve teksten [2]
  • Je herkent dit soort teksten aan zaken als:
  • De schrijver geeft feiten weer, draagt kennis over of geeft uitleg.
  • De schrijver geeft de mening van anderen weer, maar blijft zelf objectief en neutraal.

Slide 10 - Slide

Betogende teksten [1]
  • Goede voorbeelden van betogende teksten zijn een recensie, column, ingezonden brief, advertentie, blog of een betogend artikel. 
  • Het doel van de schrijver is om jou ergens van te overtuigen: hij/zij wil bereiken dat je dezelfde mening krijgt of dat jij iets doet, bijvoorbeeld een product kopen.

Slide 11 - Slide

Betogende teksten [2]
Je herkent dit soort teksten aan zaken als:

  • De schrijver geeft zijn/haar eigen mening.
  • De schrijver gebruikt argumenten en draagt oplossingen aan.
  • De schrijver noemt voordelen op en soms ook nadelen.
  • De schrijver spoort je aan tot actie over te gaan.


Slide 12 - Slide

Instructieve teksten [1]
  • Goede voorbeelden van instructieve teksten zijn recepten, gebruiksaanwijzingen en handleidingen. 
  • Het doel van de schrijver is instrueren: hij/zij wil jou op weg helpen en je iets laten uitvoeren.

Slide 13 - Slide

Instructieve teksten [2]
Je herkent dit soort teksten aan zaken als:

  • De schrijver legt uit hoe je iets moet doen.
  • De schrijver geeft een stappenplan.
  • De schrijver gebruikt opsommingstekens of signaalwoorden als ‘eerst’, ‘daarna’, ‘vervolgens’.
  • De schrijver gebruikt de gebiedende wijs. Bijvoorbeeld: ‘Lees deze tekst en leer hem uit je hoofd.’

Slide 14 - Slide

Verhalende teksten [1]
  • Verhalende teksten kom je tegen in de vorm van stripboeken, romans, detectives.
  • Het doel van de schrijver is jou vermaken of amuseren. En soms jou aan het denken te zetten.
  • Je herkent dit soort teksten aan zaken als:

Slide 15 - Slide

Verhalende teksten [2]
Je herkent dit soort teksten aan zaken als:

  • De schrijver zet een sfeer neer, speelt in op je gevoelens, probeert je te ontroeren, te verrassen of aan het lachen te maken.
  • De tekst kan fictief (verzonnen) zijn.

Slide 16 - Slide

Een 'tekst' meerdere doelen...
  • Vaak komen in één tekst meerdere tekstsoorten voor. 
  • Bijvoorbeeld: een column (in zijn geheel een betogende tekst) heeft een informatieve alinea waarin de schrijver een aantal statistische feiten opsomt. 
  • Dan is het zaak dat je kijkt naar de tekst als geheel en jezelf de vraag stelt:
  • wat is het belangrijkste doel van de schrijver van deze tekst?

Slide 17 - Slide

Kan je een voorbeeld benoemen van een 'tekst' die meerdere doelen heeft?

Slide 18 - Open question

Verkennend lezen [1]
  • Als je snel wilt weten wat voor soort tekst je voor je hebt, kun je de tekst verkennend lezen. 
  • Dat betekent dat je kijkt naar de titel, de bron, eventuele tussenkopjes en afbeeldingen – en dat je de eerste en laatste alinea snel doorleest. 
  • Zo kun je vaak al een goede inschatting maken.


Slide 19 - Slide

Verkennend lezen [2]
  • Is het een bericht afkomstig van www.nos.nl? 
  • Dan is de kans groot dat het om een informatieve tekst gaat. 
  • Lees je een tekst met de titel ‘In 9 stappen naar …’, dan weet je dat het om een stappenplan gaat. 
  • Op deze manier kun je een tekst snel ‘scannen’ en weet je of hij wel of niet interessant voor je is.

Slide 20 - Slide

Welke andere leesstrategieën
bestaan er?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Wie is dit?

Slide 23 - Open question

Opdrachten Taalblokken
Begin aan de volgende opdrachten van Eeuwige roem | Tekstsoorten en tekstdoelen:
  • § 1.2 Lezen - opdracht 1 t/m 7
    (Eventueel opdracht 8)
Nog geen licentie? Steek je vinger dan even op, zodat ik je via MS Teams een Word-versie kan sturen.

Slide 24 - Slide

Opdracht
Zijn de volgende elementen uit tekst 2 feiten of meningen?

Slide 25 - Slide

Alinea 1:
Greta Thunberg heeft op de VN-klimaattop in New York gesproken.
A
feit
B
mening

Slide 26 - Quiz

Alinea 2: Het is verkeerd dat de generaties vóór Greta’s generatie de jeugd met extreme gevolgen van klimaatverandering belasten.
A
feit
B
mening

Slide 27 - Quiz

Alinea 3: In het akkoord van Parijs uit 2015 is afgesproken de opwarming van de aarde tegen te gaan.
A
feit
B
mening

Slide 28 - Quiz

Alinea 4: De natuur slaat altijd terug.

A
feit
B
mening

Slide 29 - Quiz

Alinea 5: Bij de klimaattop zijn bedrijven aanwezig die zich inzetten voor de bevordering van duurzame energie.
A
feit
B
mening

Slide 30 - Quiz