(1) Grammatica H6: bijwoord

Weekplanning
Grammatica woordsoorten H6: bijwoord

Oefentoets woordsoorten H1-H6


Vandaag

Les 2, week 15

Les 3, week 15
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Weekplanning
Grammatica woordsoorten H6: bijwoord

Oefentoets woordsoorten H1-H6


Vandaag

Les 2, week 15

Les 3, week 15

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 

  1. Hoe zat het ook alweer met...
  2. Lesdoel
  3. Grammatica: bijwoord
  4. Zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Woordsoorten benoemen
Weten jullie welk dier hier morgen wordt tentoongesteld op het hoofdpodium?


  • Weten = hww
  • welk = vr. vnw
  • dier = zn
  • wordt = hww
  • tentoongesteld = zww
  • op =vz
  • het = blw
  • hoofdpodium = zn

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Woordsoorten benoemen
De zoon van de bakker zorgde met zijn baksels voor een glimlach op de gezichten van de klanten.

  • De = blw
  • van = vz
  • zorgde = zww
  • met = vz
  • voor = vz
  • een = olw
  • op = vz
  • van = vz

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Taalkundig ontleden (woordsoorten)
  • Zelfstandig naamwoord en lidwoord (zn en lw)
  • Bijvoeglijk naamwoord (bn)
  • Zelfstandig- en hulpwerkwoord (zww en hww)
  • Aanwijzend en vragend voornaamwoord aanw. vnw en vr. vnw)
  • Voorzetsel (vz)
  • Bijwoord (bw)


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

LESDOEL






Kunnen
Kennen
Onderscheid maken tussen een bijwoord en bijvoeglijk naamwoord.
Bijwoorden herkenen in een zin. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ontdek de wereld van...
Bijwoord

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Klassikaal lezen van theorie op blz. 180

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Bijwoorden
- Woorden die iets zeggen over een ander woord.
- Ze zeggen vaak iets over de volgende woordsoorten:
  • Werkwoorden
  • bijvoegelijke naamwoorden
  • (andere) bijwoorden.



  • Dat is een heel mooi liedje (heel zegt iets over mooi).
  • Hij praat hard (hard zegt iets over praten).
  • Hij praat erg hard (erg zegt iets over hard).
Voorbeelden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bijwoorden
-Let wel op dat je eerst de andere woordsoorten benoemt, voordat je meteen van een bijwoord uitgaat.

Woorden zoals: nu, straks, niet, beslist, bijna, graag, nooit, daar, hiernaast, ergens, daar, waar, morgen, gisteren.

Laat jij de hond straks even uit?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bijwoord(en)?
Waar is mijn boek gebleven?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Bijwoord(en)?
Wij kwamen gisteren plotseling in een sneeuwstorm terecht.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Bijwoord(en)?
Stratenmakers hebben een erg zwaar beroep.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Dagwerk grammatica 
Waar? 
Bladzijde 180-181.

Welke opdrachten?
1, 2 & 4.

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Nee, aan het einde van deze les kijken we het na. 
timer
3:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions